MALEISIË – PART TWO
Na de Cameron Highlands trokken we naar Penang, een groot eiland dat zich verbindt met Maleisië via een gigantische brug. Na een uur of vijf op extreem comfortabele bussen (Echt, je hebt zoveel beenruimte.) kwamen we daar aan. Snikheet was het wanneer we uit de bus met airco kwamen. Ons internet werkte weeral niet om een grab te bestellen. Dat in combinatie met de extreme hitte (februari is blijkbaar de allerwarmste maand in Penang) en het niet weten waar we eigenlijk precies naartoe moesten werd een goede test voor ons humeur. Dankzij onze host, een 70-jarig vrouwtje van Indische oorsprong (ja, ook deze slaapplaats had Lal geregeld) stopten we met mopperen en kregen thee en muffe oude koekjes. Wie wordt daar nu niet blij van?! Zo gastvrij! Het houden van conversaties was moeilijk aangezien ze niet goed hoorde (ook niet wanneer ze haar hoorapparaat instak), maar met een warme glimlach komt je toch al heel ver. (Leuke insider: Ook in Nepal wanneer we (vaak) niet begrijpen wat de Nepalezen ons vertellen dan kijken we naar elkaar en volgt steeds hetzelfde scenario: ‘Heb jij het verstaan? Nee, jij?’ ‘Ik ook niet. Oké, gewoon lachen…’ Met deze tactiek hebben we al véél momenten vermeden die nog veel meer awkward zouden kunnen zijn dan ze nu meestal waren. Ik schiet spontaan in de lach als ik eraan terugdenk.)
Ja, dus Penang. We sliepen op 20 minuutjes van het centrum van George Town, oftewel de foodcapital van Maleisië. Ja, we zaten daar op onze plaats. Als je op andere plaatsen in Maleisië lekker én veel eten hebt, dan is nog eens dubbel zo goed in George Town. Hawker stall heaven! (Hawker stalls zijn de kraampjes op elke hoek van de straat waar je mega lekker en cheap kan eten.) Ik begon de eerste avond met Char Kuay Tow, een soort van noodles met ei, scampi, kip… We sloten die avond af met een pintje in één van de gezelligste cafés van heel Maleisië. Als de eerste dag zo wauw was, dan beloofde het dat we daar 5 zalige dagen zouden beleven voor we naar Borneo trokken.
Eten, eten, eten. Het is precies alsof ik niets anders beschrijf, maar eten is ook echt dé cultuur in Maleisië. Op één van de avonden in George Town hadden we een grab besteld. (Da’s gelijkaardig aan een taxi, maar véél goedkoper want het zijn mensen die chauffeur zijn in bijberoep met hun eigen wagen.) We vroegen aan de man in kwestie hoe het kwam dat al die religies en culturen in Maleisië zo vreedzaam samenleven. (Er zijn moslims, hindu’s, christenen, Chinezen, Indiërs, Maleiers…) Daarop antwoordde hij: “We live together because we like each others food.” Dat was zo mooi uitgelegd dat we er onmiddellijk ook een post voor Vranckx en de Nomaden aan wijdden. (Die moet wel nog gepubliceerd worden, dus als je de pagina al volgt, zie je hem binnenkort waarschijnlijk verschijnen.)
Na Penang keerden we met de nachtbus terug naar Kuala Lumpur want we hadden een vlucht naar Kota Kinabalu IN BORNEO (Da’s het derde grootste eiland ter wereld en een stukje daarvan behoort tot Maleisië)! Ja, allemaal nogal lastminute geboekt. (Letterlijk 4 dagen voor we onze vlucht hadden.) Ja, nu we daar toch waren, dachten we: ‘We doen eens zot. En we beklimmen de berg op Borneo die blijkbaar zo fantastisch is, Mount Kinabalu.’ Hupla, al ons geld over de toonbank! Ja, de vlucht was echt betaalbaar. De berg daarentegen… Hmmm, ik lag er gewoon nachten wakker van of we het wel of niet zouden doen, want het was toch bijzonder véél geld en mijn budget ging er al véél sneller door in Maleisië. (Zeker als ik het vergeleek met de uitgaven in Nepal.)
Maar ik beklaag het me nog géén seconde (ook nu niet wanneer ik dit een maand en een half later aan het schrijven ben) dat we het gedaan hebben. Borneo is werkelijk fantastisch! Alles is er: jungle, leuke steden, versmarkten, de zee, prachtige eilanden, orang oetangs…
Maar ik beklaag het me nog géén seconde (ook nu niet wanneer ik dit een maand en een half later aan het schrijven ben) dat we het gedaan hebben. Borneo is werkelijk fantastisch! Alles is er: jungle, leuke steden, versmarkten, de zee, prachtige eilanden, orang oetangs…
Hoewel ik jullie nu ongelofelijk nieuwsgierig heb gemaakt naar Borneo (ja, du-uh) hou ik dit voor een volgende post, want het is nu al véél te lang. (Surprise, surprise…)
MALEISIË – PART ONE
Voor we naar Maleisië vertrokken werd ik echt eens goed ziek. Uiteraard (Nepal kennende) zou ik het land niet verlaten vooraleer mijn maag en darmen eens goed geïnfecteerd raakten. Het was tenslotte al een dikke maand goed geweest. Logischerwijs was er hier en daar een akkefietje met de maag/darmen, maar ik had nog geen dagen in mijn bed gelegen. Met een paar pilletjes antibiotica een vele uren slaap, was ik klaar om het vliegtuig naar Kuala Lumpur te nemen en dat op Shivaratri. (De dag waarop wiet legaal is en véél mannen stoned rondlopen.)
We vertrokken met gemengde gevoelens. Enerzijds waren we benieuwd naar Maleisië en alles wat zou komen, maar je moet ook afscheid nemen van iedereen hier in Nepal (en deze kring breidt constant uit). Het feit dat velen ook bezorgde gezichten trokken wanneer we vertelden dat we naar Maleisië vertrokken, maakte het er niet bepaald makkelijker op. Veel Nepalese mannen vertrekken daarheen om te werken. Dat werken is een meerjarenplan variërend van drie tot vijf jaar waarbij de meeste aan de slag gaan als bouwvakker (wat absoluut geen aanrader is), securityguard van een winkel, werken op theeplantages … Heel veel mannen zien daardoor hun familie niet gedurende die tijd. Enkelen hebben de kans om om het jaar eens huiswaarts te keren voor een kort bezoek. Dat is alleen het geval wanneer ze ‘geluk’ hebben. Vaak worden ze fout geïnformeerd en weten ze eigenlijk niet eens waar ze terecht zullen komen of wat voor werk ze moeten uitvoeren.
Wij vertrokken samen met een horde Nepalese arbeiders die helemaal niet zo respectvol behandeld werden door de stewards en stewardessen op het
vliegtuig. Als witte mensen werden wij heel zwaar voorgetrokken als het aankwam op betere plaatsen in het vliegtuig… Dat werd niet eens aan de Nepalese mannen gevraagd, ook niet aan diegenen die wél Engels spraken.
Ik wil niet alleen maar negatief zijn in deze blogpost, maar het is toch het vermelden waard.
We vertrokken met gemengde gevoelens. Enerzijds waren we benieuwd naar Maleisië en alles wat zou komen, maar je moet ook afscheid nemen van iedereen hier in Nepal (en deze kring breidt constant uit). Het feit dat velen ook bezorgde gezichten trokken wanneer we vertelden dat we naar Maleisië vertrokken, maakte het er niet bepaald makkelijker op. Veel Nepalese mannen vertrekken daarheen om te werken. Dat werken is een meerjarenplan variërend van drie tot vijf jaar waarbij de meeste aan de slag gaan als bouwvakker (wat absoluut geen aanrader is), securityguard van een winkel, werken op theeplantages … Heel veel mannen zien daardoor hun familie niet gedurende die tijd. Enkelen hebben de kans om om het jaar eens huiswaarts te keren voor een kort bezoek. Dat is alleen het geval wanneer ze ‘geluk’ hebben. Vaak worden ze fout geïnformeerd en weten ze eigenlijk niet eens waar ze terecht zullen komen of wat voor werk ze moeten uitvoeren.
Wij vertrokken samen met een horde Nepalese arbeiders die helemaal niet zo respectvol behandeld werden door de stewards en stewardessen op het
vliegtuig. Als witte mensen werden wij heel zwaar voorgetrokken als het aankwam op betere plaatsen in het vliegtuig… Dat werd niet eens aan de Nepalese mannen gevraagd, ook niet aan diegenen die wél Engels spraken.
Ik wil niet alleen maar negatief zijn in deze blogpost, maar het is toch het vermelden waard.
Eénmaal gearriveerd in KL moesten we wennen aan alle luxe. Maleisië is écht een ontwikkeld land, amai! We hadden ons duidelijk niet zo goed voorbereid op alle luxe die we zouden ervaren. Metro’s, shoppingcentra mét airco, aangelegde wegen, eten waar je niet ziek van wordt! Zaaalig!
Het eerste wat we deden in die gigantische metropool was uiteraard eten. Kuala Lumpur, maar eigenlijk over heel Maleisië kan je spreken van
foodheaven! Lekker en gevarieerd eten op elke hoek van de straat. Van Chinees, Japans, Thaïs, Maleisisch, Westers tot Vietnamees. Alles is mogelijk en overal is het ook overal even lekker. De tweede dag lieten we ons volledig gaan en gingen we shoppen. Van de winkels in Nepal waar je alles steeds in één winkeltje moet vinden en er constant als hippie wil bijlopen is het shoppen hier kei-impressionant. Gigantische fancy malls met elke winkel waar je maar van kan dromen. Ik had ook wel wat zaken “nodig” (ahum, ahum). Welja, ik had eigenlijk één losse broek en een pet nodig. Want met de pet die ik toen droeg, lachte Sien me héél de tijd uit, dusja… Uiteraard kwam ik met véél meer thuis dan hetgene ik nodig had, en véél souvenirs ook uiteraard. Maar waar zou dat gerief nog inpassen, want onze rugzakken zaten al zooooo vol!
Het eerste wat we deden in die gigantische metropool was uiteraard eten. Kuala Lumpur, maar eigenlijk over heel Maleisië kan je spreken van
foodheaven! Lekker en gevarieerd eten op elke hoek van de straat. Van Chinees, Japans, Thaïs, Maleisisch, Westers tot Vietnamees. Alles is mogelijk en overal is het ook overal even lekker. De tweede dag lieten we ons volledig gaan en gingen we shoppen. Van de winkels in Nepal waar je alles steeds in één winkeltje moet vinden en er constant als hippie wil bijlopen is het shoppen hier kei-impressionant. Gigantische fancy malls met elke winkel waar je maar van kan dromen. Ik had ook wel wat zaken “nodig” (ahum, ahum). Welja, ik had eigenlijk één losse broek en een pet nodig. Want met de pet die ik toen droeg, lachte Sien me héél de tijd uit, dusja… Uiteraard kwam ik met véél meer thuis dan hetgene ik nodig had, en véél souvenirs ook uiteraard. Maar waar zou dat gerief nog inpassen, want onze rugzakken zaten al zooooo vol!
Om de drukte van Kuala Lumpur even achter ons te laten trokken we naar de Cameron Highlands, een bergachtig gebied, waar het véél frisser is en dat bekend staat om zijn gigantische theeplantages. Lal, onze contactpersoon in KL, die werkelijk alles realiseert waar je nauwelijks van zou dromen, had een slaapplaats voor ons geregeld. We konden meerijden met Varun, een jonge kerel die in KL was en ook naar de Cameron Highlands moest. Wat we toen nog niet wisten dat hij blijkbaar één van de eigenaars is van de Bharat theeplantage (de tweede grootste theeplantage in de Cameron Highlands). Eerst werden we in KL meegenomen voor thee naar hun appartement, waar de ouders van Varun en zijn zus steeds het weekend spendeerden vooraleer ze om zondag terug vertrokken, met chauffeur weliswaar, naar hun gigantische villa in de Cameron Highlands. Het is zacht uitgedrukt om te zeggen dat we licht overdonderd waren wanneer we daar arriveerden. Een villa met prachtig terras dat uitkeek op de looiende heuvels/bergen waar alle theestruiken mooi in rijtjes geplant waren. Een eigen kamer, met élk een eigen bed en privé badkamer. Amai! We werden daar héél erg in de watten gelegd met keilekker eten dat steeds door de kokkin werd bereid. Werden meegenomen naar een soort van tuincentrum en een markt waar de moeder haar twee meiden mee naartoe nam om verse inkopen te doen voor de komende weken. Zelfs op onze laatste avond werden we meegevraagd naar een dinertje van een familievriend ter ere van Chinees nieuwjaar, waar we weer véél te véél maar wel keilekker aten!
Het vervolg van Maleisië komt later, maar amai, ik word helemaal nostalgisch als ik eraan terugdenk en het lijkt al zooo lang geleden.
TERUG VAN WEGGEWEEST
Ja, ik heb het al meerdere malen moeten aanhoren: ‘Waarom verschijnt er niets op die blog?’ Welja, het is misschien nogal moeilijk om te geloven, maar reizen is zo druk! En hoewel het ongelofelijk belachelijk klinkt, is het waar. Overal waar je komt (en ik ben ondertussen al op veel plekken geweest) wil je alles zien en zoveel mogelijk mensen ontmoeten. Dat vraagt tijd en dan ben je ’s avonds/’s nachts moe… Ja, uitleggen en ...
Maar ik ben terug! Helemaal vol moed om opnieuw véél te lange blogposts te schrijven, die velen van jullie waarschijnlijk niet tot het einde lezen. (Haha! Wat ook helemaal niet erg is.)
Maar ik ben terug! Helemaal vol moed om opnieuw véél te lange blogposts te schrijven, die velen van jullie waarschijnlijk niet tot het einde lezen. (Haha! Wat ook helemaal niet erg is.)
Wat heb ik de voorbije maanden allemaal uitgestoken? Eerst en vooral hebben we ongelofelijk veel rondgereisd in Nepal vooraleer we naar Maleisië vertrokken. Hier even een korte opsomming van wat we in januari (help, zo lang geleden…) nog deden. We zorgden ervoor dat we alle studenten ‘in real life’ zagen en niet alleen maar online hoorden, wat echt tof was! Overal gaven we tips en uitleg over Nepal. Sommige studenten zaten ook enkele dagen met ons opgescheept zodat we ze konden ‘helpen’ opstarten. Daarvoor reisden we onder andere naar het Ghorkadistrict. In 2015 was daar het epicentrum van de aardbeving. Daar werken we samen met de school waar de Nepalese ambassadeur in België zelf school heeft gelopen. Een ongelofelijke school met fantastische leerkrachten die zo leergierig zijn. Het was ongelofelijk leuk om daar terug te zijn. Vorig jaar was de prospectie daar mijn laatste ‘project’ in Nepal. Momenteel staat het ook op de planning om daar in mei nog eens langs te gaan, dus het is fantastisch om te zien hoe een school verandert op een korte tijd.
Daarnaast trokken we ook naar de Terai. Nepal kan je verdelen in drie zones: de ‘himal’ (wat letterlijk vertaald ‘berg’ is) oftwel het hooggebergte met alle bergketens. Daarnaast heb je de ‘pahad’ wat het laaggebergte is en de terai of de jungle, waar het plat is. Om eerlijk te zijn! Ik wist niet dat Nepal ook plat was. Ongelofelijk hoe een land zo gevarieerd kan zijn. De Terai lijkt volgens mij op een afkooksel van India (Hoewel ik dit eigenlijk niet kan/mag zeggen, want ik ben nog nooit in India geweest). Heel warm, heel chaotisch, heel stoffig… Daar gingen we samen naartoe met de studenten secundair onderwijs die samenwerken met de onderwijsorganisatie CEPP. We speelden ongelofelijk veel sportspelletjes onder leiding van een fantastische Sanderijn die onmiddellijk de hele school mee op sleeptouw kreeg. Als tweede taak namen we het schilderen van de school op ons. Dat hield in dat we de hele school met een soort van kalkmengsel schilderden. Aangezien dat niet genoeg dekkend was, werd er dus maar een pot houtlijm aan het mengsel van kalkpoeder en water toegevoegd. Dat moest het probleem maar oplossen. We hebben daar onze ogen uitgekeken, maar de school zag er witter uit dan voorheen, dus ik denk dat we geslaagd waren in onze opdracht.
In de volgende post vertel ik verder over Nepal en Maleisië (en die zou niet zooooo lang op zich mogen laten wachten).
We’ll see!
We’ll see!
De eerste twee gigantisch drukke weken! (DEEL 2)
Na de eerste week in Kathmandu vertrokken we met de bus naar Pokhara. En dat op een zaterdag, dé holi day! Geen goed idee! Na zeker twee uur stil te staan in de file arriveerden we na tien lange uren in Pokhara. Daar werden we weer hartelijk verwelkomd door Susma, Adity, Suhanna en Khem, de eigenaars van ons guest house waar we vorig jaar ook bij verbleven. Het is echt héél tof om iedereen terug te zien. We hadden een meeting met Basanta, de Nepalese stagebegeleider van de studenten hier, genoten even van Lakeside én gingen uiteraard shoppen in de supermarkt, Bhat Bhateni. De enige ‘westerse’ supermarkt waar heel veel rijke Nepalezen hun inkomen komen doen. “Supermarkt addicts”, zoals we zijn, spendeerden we daar toch een aantal uren! (Wel minder dan vorig jaar met Laura en Onah, maar om die dag te toppen zouden we nog veel langer moeten gebleven zijn.)
Veel tijd hadden we niet om te chillen, want we werden verwacht in Takam voor een andere prospectie. Wéér met de bus! Nu eerst naar Beni waar we even moesten wachten op de bus naar Takam. We aten momo’s en chillden even onder een grote heilige boom in de zon, tot een ‘Nepali drunkard’ zo noemden de taxichauffeurs die ons van hem redden, met ons kwam brabbelen. Alsof dat nog niet genoeg was, besloot er een vogel in de boom boven ons een kakje te laten vallen en het was goed gemikt. Alle twee geraakt! Gelukkig had Sien heerlijke ruikend vochtige doekjes met unicorns bij. Dan een prachtige, maar relatief spannende busrit langs enkele kliffen. Krishna en Nil Kumari, de eigenaars van de homestay stonden ons al op te wachten en toonden onze kamer. Van op het balkon hadden we een prachtig zicht op de Dhaulagiri of de Nilgiri, we weten niet meer welke van de twee, maar wauw! Het is een primitief leven in Takam want er is géén elektriciteit (behalve een klein beetje solar) en hier en daar stromend water, maar die kraantjes staan buiten in de tuinen. We wandelden de volgende dag eventjes rond in het prachtige dorp en werden op de school verwacht. Daar werden alle leerlingen in rijen buiten verzameld om ons welkom te heten. (Ik vrees dat we de aandacht en de eer die we hier vaak krijgen, nooit gewoon zullen worden. Wij zijn ook maar gewone mensen!) Onze hoofden waren knalrood van alle teeka’s die we kregen. Een rondleiding door de mooie en grote school en een tas thee later vertoefden we in de leraarskamer, waar we alle praktische zaken voor Lukas en Fien bespraken. Het gaat hier zalig zijn om stage te geven. We gingen lunchen, maar keerden dan terug om een lesje te geven in class 10. Echt, ik ben zo blij dat we nog terug geweest zijn, want hoewel het Engels gebrekkig is, is de sfeer op school zalig. We hadden héél leuke gesprekken en leerden wat nieuwe Nepalese woorden. Nog één nacht en we moesten met spijt in het hart vertrekken, want ook het gastgezin waar we verbleven was zo leuk! Met hen hadden we nog de hele avond zitten praten. Ja, ik zou het zéker zien zitten hebben, om mijn stage hier ook uit te voeren. Amai!
Terug naar Beni met een meer dan overvolle bus. Echt crazy, we konden niet zitten, maar ook met moeite rechtstaan in de snikhete bus naar Beni. Ik was héél misselijk, want kon niet bewegen en het was daar zeker 40 graden in die bus. Amai, we konden gelukkig bekomen in Tatopani Singha, de heetwaterbaden, waar we in zaten met 50 andere Nepalese vrouwen. Dat leverde véél gestaar op, maar de wassessie met héét water uit een emmer tussen de véle andere vrouwen langs de rivier was het waard.
’s Avonds nam Krishna ons mee naar een festival in Beni waar de Nepalezen komen feesten om een goed toeristisch seizoen te vieren. Ik heb al festivals gezien in Nepal, maar nog nooit één die zo gigantisch was! We werden (weer!) als eregasten behandeld, dronken water van tatopani dat daar geschonken werd (grappig!), kregen een rondleiding door een soort van tentoonstelling en mochten plaatsnemen op de eerste rij in de luxueuze zone met stoelen. Daar zagen we de optredens en mocht ik “als fotograaf” rondlopen om alles vast te leggen. Héél grappig! Dat was (helaas) nog niet het hoogtepunt, want op een bepaald moment heette één zanger die deelgenomen had aan Nepali Idol ons welkom. Een half uur later resulteerde dit in het feit dat hij van het podium kwam om mij ten dans te vragen (ik die helemaal niet goed kan dansen en al zéker geen Nepalese dansmoves), maarja ik kon er niet niet op ingaan, want héél het plein stond mee te kijken (echt gigantisch véél mensen). Verblind door alle foto’s en alle aandacht ging ik terug op mijn stoel zitten. Jaja, da’s ook Nepal.
De dag erna namen we de bus naar Jomsom, een dangerous road, maar overal waar we komen worden we geholpen door Nepalezen, dus nu ook door een ghorka, Deepak (een Nepali soldier). Hij hielp ons met de bus en onze permit, want die konden we nergens onderweg kopen. Van daar trokken we ook nog naar Mukhtinath. Daarover schrijf ik niet teveel, want deze blog is echt al véél te lang (maarja we doen ook zovéél), maar de foto’s spreken voor zich.
Wanneer ik dit aan het schrijven ben, zijn we aan het chillen in Pokhara in Himalayan café. Morgen trekken we met de bus naar het Ghorkadistrict om een nieuwe school te bezoeken. Ik ben benieuwd!
Veel tijd hadden we niet om te chillen, want we werden verwacht in Takam voor een andere prospectie. Wéér met de bus! Nu eerst naar Beni waar we even moesten wachten op de bus naar Takam. We aten momo’s en chillden even onder een grote heilige boom in de zon, tot een ‘Nepali drunkard’ zo noemden de taxichauffeurs die ons van hem redden, met ons kwam brabbelen. Alsof dat nog niet genoeg was, besloot er een vogel in de boom boven ons een kakje te laten vallen en het was goed gemikt. Alle twee geraakt! Gelukkig had Sien heerlijke ruikend vochtige doekjes met unicorns bij. Dan een prachtige, maar relatief spannende busrit langs enkele kliffen. Krishna en Nil Kumari, de eigenaars van de homestay stonden ons al op te wachten en toonden onze kamer. Van op het balkon hadden we een prachtig zicht op de Dhaulagiri of de Nilgiri, we weten niet meer welke van de twee, maar wauw! Het is een primitief leven in Takam want er is géén elektriciteit (behalve een klein beetje solar) en hier en daar stromend water, maar die kraantjes staan buiten in de tuinen. We wandelden de volgende dag eventjes rond in het prachtige dorp en werden op de school verwacht. Daar werden alle leerlingen in rijen buiten verzameld om ons welkom te heten. (Ik vrees dat we de aandacht en de eer die we hier vaak krijgen, nooit gewoon zullen worden. Wij zijn ook maar gewone mensen!) Onze hoofden waren knalrood van alle teeka’s die we kregen. Een rondleiding door de mooie en grote school en een tas thee later vertoefden we in de leraarskamer, waar we alle praktische zaken voor Lukas en Fien bespraken. Het gaat hier zalig zijn om stage te geven. We gingen lunchen, maar keerden dan terug om een lesje te geven in class 10. Echt, ik ben zo blij dat we nog terug geweest zijn, want hoewel het Engels gebrekkig is, is de sfeer op school zalig. We hadden héél leuke gesprekken en leerden wat nieuwe Nepalese woorden. Nog één nacht en we moesten met spijt in het hart vertrekken, want ook het gastgezin waar we verbleven was zo leuk! Met hen hadden we nog de hele avond zitten praten. Ja, ik zou het zéker zien zitten hebben, om mijn stage hier ook uit te voeren. Amai!
Terug naar Beni met een meer dan overvolle bus. Echt crazy, we konden niet zitten, maar ook met moeite rechtstaan in de snikhete bus naar Beni. Ik was héél misselijk, want kon niet bewegen en het was daar zeker 40 graden in die bus. Amai, we konden gelukkig bekomen in Tatopani Singha, de heetwaterbaden, waar we in zaten met 50 andere Nepalese vrouwen. Dat leverde véél gestaar op, maar de wassessie met héét water uit een emmer tussen de véle andere vrouwen langs de rivier was het waard.
’s Avonds nam Krishna ons mee naar een festival in Beni waar de Nepalezen komen feesten om een goed toeristisch seizoen te vieren. Ik heb al festivals gezien in Nepal, maar nog nooit één die zo gigantisch was! We werden (weer!) als eregasten behandeld, dronken water van tatopani dat daar geschonken werd (grappig!), kregen een rondleiding door een soort van tentoonstelling en mochten plaatsnemen op de eerste rij in de luxueuze zone met stoelen. Daar zagen we de optredens en mocht ik “als fotograaf” rondlopen om alles vast te leggen. Héél grappig! Dat was (helaas) nog niet het hoogtepunt, want op een bepaald moment heette één zanger die deelgenomen had aan Nepali Idol ons welkom. Een half uur later resulteerde dit in het feit dat hij van het podium kwam om mij ten dans te vragen (ik die helemaal niet goed kan dansen en al zéker geen Nepalese dansmoves), maarja ik kon er niet niet op ingaan, want héél het plein stond mee te kijken (echt gigantisch véél mensen). Verblind door alle foto’s en alle aandacht ging ik terug op mijn stoel zitten. Jaja, da’s ook Nepal.
De dag erna namen we de bus naar Jomsom, een dangerous road, maar overal waar we komen worden we geholpen door Nepalezen, dus nu ook door een ghorka, Deepak (een Nepali soldier). Hij hielp ons met de bus en onze permit, want die konden we nergens onderweg kopen. Van daar trokken we ook nog naar Mukhtinath. Daarover schrijf ik niet teveel, want deze blog is echt al véél te lang (maarja we doen ook zovéél), maar de foto’s spreken voor zich.
Wanneer ik dit aan het schrijven ben, zijn we aan het chillen in Pokhara in Himalayan café. Morgen trekken we met de bus naar het Ghorkadistrict om een nieuwe school te bezoeken. Ik ben benieuwd!
De eerste twee gigantisch drukke weken! (DEEL 1)
Na ons afscheid in Schiphol begon het avontuur! Weg voor bijna vijf maanden, da’s lang, maar we waren ongelofelijk enthousiast. Eenmaal aangekomen in Kathmandu werden we hartelijk verwelkomd door het "hulpje" van Babu, de eigenaar van Andes House in Thamel waarbij we altijd slapen wanneer we in de hoofdstad zijn. Hij schrok er een beetje van om ons terug te zien, maar was tegelijkertijd ook bijzonder enthousiast. Daar kregen we dezelfde kamer als een jaar geleden waar Sien en ik elkaar eigenlijk pas leerden kennen, grappig!
We vlogen er onmiddellijk in want in de vooravond hadden we al afgesproken met Lut, onze stagebegeleider voor een meeting met Michael van CEPP. Na de productieve meeting waarin er zoals altijd ongelofelijk veel besproken én geregeld moest worden, werden we getrakteerd door de vrienden van Lut en Francis, Katrien en Bernard. Een lekkere westerse maaltijd in de garden of dreams, heerlijk!
De drukte begon: een meeting met HCI (Himalayan Climate Institute), een prospectie voor de studenten pedagogie van het jonge kind in Bhaktapur bij Swarga’s Childrens Home. Daar werden we héél hartelijk verwelkomd door Krishna en zijn vrouw met een Newari pancake en lekkere yoghurt, die typisch zijn voor Bhaktapur. Van daaruit namen we de bus naar Dhulikel waar het echt extreem koud was (leve het elektrisch vuurtje dat we kregen van Prem)! Een triestige veg rice later, wel het was eerder gebakken rijst met de restjes van de bloemkool. Dat was ook wel een beetje onze schuld, want we hadden hem nogal laat gebeld met het nieuws dat we kwamen, omdat we nog geen geld op onze Nepalese SIM-kaart hadden. Nu, we konden niet klagen want waren de enige gasten in zijn guest house en kregen de kamer mét balkon van waarop we de prachtige (mistige) zonsopgang konden zien! Daar bezochten we een hilarische tempel, die eigenlijk eerder een ruïne is. Aangezien het een holi day was, waren er véél bezoekers en werden we verschillende keren op selfies
gevraagd. (Nepalezen vinden het echt héél belangrijk om met witte mensen op de foto te staan.) Een mooie wandeling later namen we een taxi naar Panauti, een stadje dat vroeger een héél belangrijk handelscentrum was in de Kathmandu vallei. Daar waren we de enige twee witte mensen. Tijdens ons verblijf daar werden we overal vriendelijk onthaald door de lokale bewoners. We beklommen de trappen naar (weeral!) een tempel en werden zelfs uitgenodigd voor een picknick, maar hadden net gegeten dus moesten helaas weigeren, héél jammer!
Na ons kort tripje vertoefden we weer eventjes in Kathmandu, maar moesten op prospectie naar Kagati village, een school bezoeken die ons aangeraden was door HCI. Kagati betekent letterlijk citroen en is een Newari dorp dat bijzonder arm is. De mensen leven letterlijk in het stof, hebben in sommige gezinnen weinig kennis over persoonlijke hygiëne, polygamie en kindhuwelijken zijn er niet vreemd. Het was duidelijk dat ze daar niet vaak witte mensen zagen, want we werden overal gevolgd en aangestaard. Arjun Kohar, een ingenieur die al zijn toekomstdromen in het buitenland had laten vallen om te bouwen aan Nepal en momenteel voor Teach for Nepal werkt, was onze contactpersoon. Hij leidde ons rond in de school die mede door HCI gefinancierd was, de leerkracht Engels hielp mee bij de voorstelling van de school. Zij waren letterlijk de enige twee mensen op school die Engels spraken. In Kagati is de eerste taal Balauwi, een Newari dialect, Nepalees de tweede en Engels pas de derde taal die nog bitter weinig beheerst wordt. We benadrukten dat de Engelse leerkracht, die zelf uit een ander dorp afkomstig was, onze studenten héél goed zou moeten ondersteunen, maar dat zag hij volledig zitten. Onze prospectie zat erop en we kregen thee en koekjes buiten aan een winkeltje. We praatten gezellig na met Arjun en Bishnu (de leerkracht Engels) en werden plotseling vergezeld door allemaal studenten van de Tribhuvan University in Dhulikel. Zij werden geleid door Shraddha, een straffe madam, die met héél veel verschillende projecten bezig is in Kagati om het dorp zelfstandiger en meer zelfvoorzienend te maken. Zo was ze bijvoorbeeld momenteel bezig met een project voor vrouwen om konijnen te kweken. Daar is het zo dat de vrouwen een koe huren van de ‘landlord’ en de melk elke dag gaan verkopen om de huur van de koe te kunnen betalen. Ze winnen daar dus niks op. Konijnen zouden iets rendabeler moeten zijn, maar hebben bij het slachten meer hygiëne nodig, dus het is een moeilijk project dat tijd nodig heeft. Die studenten waren eigenlijk Nepali volunteers die in hun vrij tijd bezig waren met Kagati village in kaart te brengen. Leeftijdsgenoten die eigenlijk een beetje bezig zijn met “hetzelfde” als ons. Via een tracking system app, waren ze al dagen aan het rondwandelen om zo elke meter in kaart te brengen. De groep bestond uit ingenieurs, sociaal werkers, een studente psychologie en verschillende studenten geografie.
De dag liep zowat op zijn einde en ze wilden ons nog rondleiden in het dorp, maar waren er nog niet aan uit wie dat zou mogen doen. Enkele studenten wilden dat doen, maar Shraddha was precies toch niet overtuigd. Plotseling hoorden we uit de televisie in de winkel achter ons “objection overruled”. Dit leidde tot hilariteit bij de Nepalezen, want die waren druk aan het overleggen (uiteraard in het Nepalees zodat we er niks van zouden begrijpen) wie “de eer” kreeg. De drie studenten kregen toestemming en we wandelden samen rond in het dorp. Echt een héél toffe ervaring om eens met leeftijdsgenoten om te gaan en écht te praten. Vaak blijven prospecties met ‘oudere’ mensen nogal oppervlakkig omdat we maar een paar uur aanwezig zijn. (Soms ook wel door het gebrekkig Engels.) Echt een héél tof moment, die kerels zouden we graag nog eens terugzien om ze misschien in beeld te brengen voor Vranckx en de nomaden. Wat een week!
We vlogen er onmiddellijk in want in de vooravond hadden we al afgesproken met Lut, onze stagebegeleider voor een meeting met Michael van CEPP. Na de productieve meeting waarin er zoals altijd ongelofelijk veel besproken én geregeld moest worden, werden we getrakteerd door de vrienden van Lut en Francis, Katrien en Bernard. Een lekkere westerse maaltijd in de garden of dreams, heerlijk!
De drukte begon: een meeting met HCI (Himalayan Climate Institute), een prospectie voor de studenten pedagogie van het jonge kind in Bhaktapur bij Swarga’s Childrens Home. Daar werden we héél hartelijk verwelkomd door Krishna en zijn vrouw met een Newari pancake en lekkere yoghurt, die typisch zijn voor Bhaktapur. Van daaruit namen we de bus naar Dhulikel waar het echt extreem koud was (leve het elektrisch vuurtje dat we kregen van Prem)! Een triestige veg rice later, wel het was eerder gebakken rijst met de restjes van de bloemkool. Dat was ook wel een beetje onze schuld, want we hadden hem nogal laat gebeld met het nieuws dat we kwamen, omdat we nog geen geld op onze Nepalese SIM-kaart hadden. Nu, we konden niet klagen want waren de enige gasten in zijn guest house en kregen de kamer mét balkon van waarop we de prachtige (mistige) zonsopgang konden zien! Daar bezochten we een hilarische tempel, die eigenlijk eerder een ruïne is. Aangezien het een holi day was, waren er véél bezoekers en werden we verschillende keren op selfies
gevraagd. (Nepalezen vinden het echt héél belangrijk om met witte mensen op de foto te staan.) Een mooie wandeling later namen we een taxi naar Panauti, een stadje dat vroeger een héél belangrijk handelscentrum was in de Kathmandu vallei. Daar waren we de enige twee witte mensen. Tijdens ons verblijf daar werden we overal vriendelijk onthaald door de lokale bewoners. We beklommen de trappen naar (weeral!) een tempel en werden zelfs uitgenodigd voor een picknick, maar hadden net gegeten dus moesten helaas weigeren, héél jammer!
Na ons kort tripje vertoefden we weer eventjes in Kathmandu, maar moesten op prospectie naar Kagati village, een school bezoeken die ons aangeraden was door HCI. Kagati betekent letterlijk citroen en is een Newari dorp dat bijzonder arm is. De mensen leven letterlijk in het stof, hebben in sommige gezinnen weinig kennis over persoonlijke hygiëne, polygamie en kindhuwelijken zijn er niet vreemd. Het was duidelijk dat ze daar niet vaak witte mensen zagen, want we werden overal gevolgd en aangestaard. Arjun Kohar, een ingenieur die al zijn toekomstdromen in het buitenland had laten vallen om te bouwen aan Nepal en momenteel voor Teach for Nepal werkt, was onze contactpersoon. Hij leidde ons rond in de school die mede door HCI gefinancierd was, de leerkracht Engels hielp mee bij de voorstelling van de school. Zij waren letterlijk de enige twee mensen op school die Engels spraken. In Kagati is de eerste taal Balauwi, een Newari dialect, Nepalees de tweede en Engels pas de derde taal die nog bitter weinig beheerst wordt. We benadrukten dat de Engelse leerkracht, die zelf uit een ander dorp afkomstig was, onze studenten héél goed zou moeten ondersteunen, maar dat zag hij volledig zitten. Onze prospectie zat erop en we kregen thee en koekjes buiten aan een winkeltje. We praatten gezellig na met Arjun en Bishnu (de leerkracht Engels) en werden plotseling vergezeld door allemaal studenten van de Tribhuvan University in Dhulikel. Zij werden geleid door Shraddha, een straffe madam, die met héél veel verschillende projecten bezig is in Kagati om het dorp zelfstandiger en meer zelfvoorzienend te maken. Zo was ze bijvoorbeeld momenteel bezig met een project voor vrouwen om konijnen te kweken. Daar is het zo dat de vrouwen een koe huren van de ‘landlord’ en de melk elke dag gaan verkopen om de huur van de koe te kunnen betalen. Ze winnen daar dus niks op. Konijnen zouden iets rendabeler moeten zijn, maar hebben bij het slachten meer hygiëne nodig, dus het is een moeilijk project dat tijd nodig heeft. Die studenten waren eigenlijk Nepali volunteers die in hun vrij tijd bezig waren met Kagati village in kaart te brengen. Leeftijdsgenoten die eigenlijk een beetje bezig zijn met “hetzelfde” als ons. Via een tracking system app, waren ze al dagen aan het rondwandelen om zo elke meter in kaart te brengen. De groep bestond uit ingenieurs, sociaal werkers, een studente psychologie en verschillende studenten geografie.
De dag liep zowat op zijn einde en ze wilden ons nog rondleiden in het dorp, maar waren er nog niet aan uit wie dat zou mogen doen. Enkele studenten wilden dat doen, maar Shraddha was precies toch niet overtuigd. Plotseling hoorden we uit de televisie in de winkel achter ons “objection overruled”. Dit leidde tot hilariteit bij de Nepalezen, want die waren druk aan het overleggen (uiteraard in het Nepalees zodat we er niks van zouden begrijpen) wie “de eer” kreeg. De drie studenten kregen toestemming en we wandelden samen rond in het dorp. Echt een héél toffe ervaring om eens met leeftijdsgenoten om te gaan en écht te praten. Vaak blijven prospecties met ‘oudere’ mensen nogal oppervlakkig omdat we maar een paar uur aanwezig zijn. (Soms ook wel door het gebrekkig Engels.) Echt een héél tof moment, die kerels zouden we graag nog eens terugzien om ze misschien in beeld te brengen voor Vranckx en de nomaden. Wat een week!
The end! (toch voor nu...)
Mijn laatste week in Pokhara zat propvol, maar ik heb graag iets om handen, dus géén probleem voor mij!
We begonnen op donderdag met het bezoeken van Nepal House. Dat is een organisatie die zich inzet voor getraumatiseerde kinderen door de aardbeving, door alcoholmisbruik van de ouders ... Daar leren ze kinderen om weer te wennen aan het naar school gaan en geven ze ook creatieve therapie! Een organisatie die héél mooie resultaten levert en zéér vooruitstrevend is voor Nepal. Nepal House wordt geleid door Basanta. Hij is ook onze stagecoördinator voor Nepal. Stel dat wij met een probleem zitten tijdens onze stage, dan contacteren wij hem en probeert hij te bemiddelen tussen beide partijen om tot een compromis te komen. Hij gaf informatie over Nepal, de geschiedenis, de cultuur, de kasten ... We kregen de kans om véél vragen te stellen, wat ervoor zorgde dat het écht een hele interessante namiddag was. Sommige Nepalezen praatten niet graag over de nog steeds gevoelige politieke situatie of over de moeilijkheden die het land ervaart op vlak van welvaart en welzijn, maar hij vindt dat absoluut geen probleem.
Op vrijdag organiseerden Rani en Silke een uitstap voor de leerlingen van de Janakalyan school waar ze les aan gegeven hadden en wij werden ingezet als begeleiders van de activiteiten. Tegen 12u stonden we klaar op het veld naast het meer met al onze standjes. De leerlingen konden voetballen, slacklinen (=op een touw lopen dat gespannen is tussen 2 bomen), henna (mendhi zoals ze dat hier noemen in Nepal) laten zetten, hun nagels laten lakken, macrame’en ... en noem maar op! We aten pizza’s en véél leerlingen vonden dit helemaal niet lekker omdat ze dat dus niet gewoon zijn. Achteraf propten ze wel de pizzadozen met restjes in hun boekentas om de rest van de familie thuis ook eens te laten proeven. Dat leverde echt hilarische taferelen op!
Op zaterdag, onze enige weekenddag, oftewel holi day, werkten we aan onze BAP’en chillden we in krazy gecko langs het meer! Enkelen van ons gezelschap waren stoer genoeg om het meer in te duiken (Ja, het is hier écht wel heet!), maar daar was ik uiteraard niet bij. Wanneer ik mijn grote teen in het water zou steken ben ik toch al afgekoeld, dusja...
Zondag was het tijd voor mijn Frans examen! Jeej, ik was écht blij dat dit nog lukte, want het was even een twijfelgeval, maar nu kon mijn project een mooi geheel vormen! Uma, Rani, Silke, Yasmine en mezelf trokken met de local bus naar de Macchapucchre school om het examen af te nemen. Wanneer we daar aankwamen was er een sportprogramma bezig op school. “Ik had nochtans op voorhand gebeld naar Santosh om te vragen of het door kan gaan”, was mijn eerste gedacht wanneer ik aankwam. De directeur en de leerkrachten en uiteraard leerlingen begroetten me hartelijk, en Santosh riep onmiddellijk alle leerlingen bijeen om het examen af te nemen. Dit resulteerde in een overvolle klas, waaruit ik leerlingen moest wegsturen om later terug te komen om examen af te leggen! Tjah, naarmate de klassen langskwamen ging het steeds vlotter en 3u later hadden alle klassen het examen Frans afgelegd. Erna gingen we nog langs bij mijn gastgezin om afscheid te nemen en om dan 2u recht te staan in een overvolle bus vooraleer we in Pokhara arriveerden. Maar het was het waard! ’s Avonds nog lang verbeteren (Een dikke merci aan Zoë en Sien om te helpen!) en cadeautjes maken voor de beste leerlingen van de verschillende klassen.
De volgende dag stonden we in de voormiddag al opnieuw klaar om deze keer met de taxi (want er zijn wegenwerken en de bus rijdt niet tussen 11u en 16u) naar Bhurjungkhola te trekken. Daar kreeg ik een prachtig (ahum, ahum, zeer mottig) kader als afscheid, bloemenkransen, verschillende teeka’s (wat resulteerde in een enorm rood hoofd) en deelde ik mijn prijzen voor het examen Frans uit. Ik nam afscheid van de leerlingen en leerkrachten en kreeg mijn (super positief) evaluatieverslag van Santosh, de directeur. Oh, wat ga ik die school missen! Ik heb daar echt de tijd van mijn leven gehad en zoveel geleerd!
Op mijn voorlaatste (dat dacht ik toen toch) in Nepal trokken we naar het Ghurkagebied. Dat is het epicentrum van de aardbeving en daar gingen we een school bezoeken waar de Nepalese ambassadeur in België gestudeerd had. Na uren in de microbus en in de jeep werden we zéér hartelijk onthaald door rijen leerlingen die ons bloemen gaven. Er volgde nog een ceremonie met speeches, Nepalese dansen, een rondleiding door de school, een zéér uitgebreid middagmaal, een soort van conferentie waarbij zowel de school als Lut hun visies uitlegden en uitzochten hoe we kunnen samenwerken. Mocht ik volgend jaar opnieuw meegaan, ik ben onmiddellijk kandidaat om daar les te geven! De sfeer tussen de leerkrachten en leerlingen is super en ik heb er wel zin in om in die kleine klasjes wat pionierswerk te gaan verrichten. Ik probeerde de leerkracht Engels de overtuigen om gastmama te worden, want dat zag er echt een zalige madam uit! Dan weer uren terug in de jeep naar Lakeside om mijn laatste avondmaal in Europa restaurant te gaan verorberen bij Laxmi. Een gekke madam hier in Lakeside die héél goed kan koken. (Aanrader!)
Om 7u ’s ochtends nam ik de taxi naar de busstand om dan naar Kathmandu te gaan. De normaal 8 uur durende busrit, duurde deze keer 11 uren en eenmaal we Kathmandu binnenreden duurde het nog 4 uren om aan de stopplaats van de bus te raken... Normaal doe je daar een uurtje over, dus het duurde lang, maar het was een bus met airco en ik had voldoende plaats, dus ik kon absoluut niet klagen! Eenmaal aangekomen bij Babu kwam ik te weten dat ik niet op 27 april vloog, maar wel op 28 april. Even een klein stressmomentje met de slechte wifi en slechte telefoonverbinding. Gelukkig was La Mama er ook nog om eens te bellen naar Turkish Airlines en alles was opgelost!
Nog een dagje om Bhaktapur te bezoeken en een paar souvenirs te kopen en kijk, mijn laatste avond in Kathmandu is over! Morgen terug naar België...
Ik ga het hier héél hard missen, but I’ll be back!
Lovely, lovely Nepal!
We begonnen op donderdag met het bezoeken van Nepal House. Dat is een organisatie die zich inzet voor getraumatiseerde kinderen door de aardbeving, door alcoholmisbruik van de ouders ... Daar leren ze kinderen om weer te wennen aan het naar school gaan en geven ze ook creatieve therapie! Een organisatie die héél mooie resultaten levert en zéér vooruitstrevend is voor Nepal. Nepal House wordt geleid door Basanta. Hij is ook onze stagecoördinator voor Nepal. Stel dat wij met een probleem zitten tijdens onze stage, dan contacteren wij hem en probeert hij te bemiddelen tussen beide partijen om tot een compromis te komen. Hij gaf informatie over Nepal, de geschiedenis, de cultuur, de kasten ... We kregen de kans om véél vragen te stellen, wat ervoor zorgde dat het écht een hele interessante namiddag was. Sommige Nepalezen praatten niet graag over de nog steeds gevoelige politieke situatie of over de moeilijkheden die het land ervaart op vlak van welvaart en welzijn, maar hij vindt dat absoluut geen probleem.
Op vrijdag organiseerden Rani en Silke een uitstap voor de leerlingen van de Janakalyan school waar ze les aan gegeven hadden en wij werden ingezet als begeleiders van de activiteiten. Tegen 12u stonden we klaar op het veld naast het meer met al onze standjes. De leerlingen konden voetballen, slacklinen (=op een touw lopen dat gespannen is tussen 2 bomen), henna (mendhi zoals ze dat hier noemen in Nepal) laten zetten, hun nagels laten lakken, macrame’en ... en noem maar op! We aten pizza’s en véél leerlingen vonden dit helemaal niet lekker omdat ze dat dus niet gewoon zijn. Achteraf propten ze wel de pizzadozen met restjes in hun boekentas om de rest van de familie thuis ook eens te laten proeven. Dat leverde echt hilarische taferelen op!
Op zaterdag, onze enige weekenddag, oftewel holi day, werkten we aan onze BAP’en chillden we in krazy gecko langs het meer! Enkelen van ons gezelschap waren stoer genoeg om het meer in te duiken (Ja, het is hier écht wel heet!), maar daar was ik uiteraard niet bij. Wanneer ik mijn grote teen in het water zou steken ben ik toch al afgekoeld, dusja...
Zondag was het tijd voor mijn Frans examen! Jeej, ik was écht blij dat dit nog lukte, want het was even een twijfelgeval, maar nu kon mijn project een mooi geheel vormen! Uma, Rani, Silke, Yasmine en mezelf trokken met de local bus naar de Macchapucchre school om het examen af te nemen. Wanneer we daar aankwamen was er een sportprogramma bezig op school. “Ik had nochtans op voorhand gebeld naar Santosh om te vragen of het door kan gaan”, was mijn eerste gedacht wanneer ik aankwam. De directeur en de leerkrachten en uiteraard leerlingen begroetten me hartelijk, en Santosh riep onmiddellijk alle leerlingen bijeen om het examen af te nemen. Dit resulteerde in een overvolle klas, waaruit ik leerlingen moest wegsturen om later terug te komen om examen af te leggen! Tjah, naarmate de klassen langskwamen ging het steeds vlotter en 3u later hadden alle klassen het examen Frans afgelegd. Erna gingen we nog langs bij mijn gastgezin om afscheid te nemen en om dan 2u recht te staan in een overvolle bus vooraleer we in Pokhara arriveerden. Maar het was het waard! ’s Avonds nog lang verbeteren (Een dikke merci aan Zoë en Sien om te helpen!) en cadeautjes maken voor de beste leerlingen van de verschillende klassen.
De volgende dag stonden we in de voormiddag al opnieuw klaar om deze keer met de taxi (want er zijn wegenwerken en de bus rijdt niet tussen 11u en 16u) naar Bhurjungkhola te trekken. Daar kreeg ik een prachtig (ahum, ahum, zeer mottig) kader als afscheid, bloemenkransen, verschillende teeka’s (wat resulteerde in een enorm rood hoofd) en deelde ik mijn prijzen voor het examen Frans uit. Ik nam afscheid van de leerlingen en leerkrachten en kreeg mijn (super positief) evaluatieverslag van Santosh, de directeur. Oh, wat ga ik die school missen! Ik heb daar echt de tijd van mijn leven gehad en zoveel geleerd!
Op mijn voorlaatste (dat dacht ik toen toch) in Nepal trokken we naar het Ghurkagebied. Dat is het epicentrum van de aardbeving en daar gingen we een school bezoeken waar de Nepalese ambassadeur in België gestudeerd had. Na uren in de microbus en in de jeep werden we zéér hartelijk onthaald door rijen leerlingen die ons bloemen gaven. Er volgde nog een ceremonie met speeches, Nepalese dansen, een rondleiding door de school, een zéér uitgebreid middagmaal, een soort van conferentie waarbij zowel de school als Lut hun visies uitlegden en uitzochten hoe we kunnen samenwerken. Mocht ik volgend jaar opnieuw meegaan, ik ben onmiddellijk kandidaat om daar les te geven! De sfeer tussen de leerkrachten en leerlingen is super en ik heb er wel zin in om in die kleine klasjes wat pionierswerk te gaan verrichten. Ik probeerde de leerkracht Engels de overtuigen om gastmama te worden, want dat zag er echt een zalige madam uit! Dan weer uren terug in de jeep naar Lakeside om mijn laatste avondmaal in Europa restaurant te gaan verorberen bij Laxmi. Een gekke madam hier in Lakeside die héél goed kan koken. (Aanrader!)
Om 7u ’s ochtends nam ik de taxi naar de busstand om dan naar Kathmandu te gaan. De normaal 8 uur durende busrit, duurde deze keer 11 uren en eenmaal we Kathmandu binnenreden duurde het nog 4 uren om aan de stopplaats van de bus te raken... Normaal doe je daar een uurtje over, dus het duurde lang, maar het was een bus met airco en ik had voldoende plaats, dus ik kon absoluut niet klagen! Eenmaal aangekomen bij Babu kwam ik te weten dat ik niet op 27 april vloog, maar wel op 28 april. Even een klein stressmomentje met de slechte wifi en slechte telefoonverbinding. Gelukkig was La Mama er ook nog om eens te bellen naar Turkish Airlines en alles was opgelost!
Nog een dagje om Bhaktapur te bezoeken en een paar souvenirs te kopen en kijk, mijn laatste avond in Kathmandu is over! Morgen terug naar België...
Ik ga het hier héél hard missen, but I’ll be back!
Lovely, lovely Nepal!
Laatste weken in Nepal!
Op 13 april vertrokken we met Rani en Silke naar Bhurjungkhola om bij ons gastgezin eiermomo’s te leren maken. Momo’s zijn een soort van gevulde deegwaren die gestoomd en eventueel gefrituurd worden. In ons dorp zouden we dan ook Nepali New Year vieren de volgende dag. Daar kwamen we te weten dat nieuwjaar hier eigenlijk vijf dagen duurt. Wij hadden dus maar één dag nieuwjaar ingepland, want de volgende dag hadden we ’s avonds een meeting met Lut. Als je wil weten hoe de Nepalezen nieuwjaar vieren... Eigenlijk is het helemaal niet zo spectaculair. Wij maakten een fietswedstrijd mee, waarvan de aankomst op school was. Daarnaast was er een ‘programm’ op school met héél véél speeches in het Nepalees, waarbij wij op ons gat zaten in de tent uren aan een stuk. Aangezien we er alle drie waren had onze directeur het geniale idee om ons ons dansje nog eens te laten opvoeren voor héél het dorp. Amai, ik viel bijna flauw van de stress! Ik was die pasjes bijna allemaal vergeten, maar kom, we hebben het overleefd! Daarna kwamen er uiteraard professionele Nepalese dansers, om het nog beter te maken. Zij konden écht wel héél mooi dansen, maar we hebben toch ons best gedaan. Laura en Onah namen afscheid van de school, de leerkrachten en het gastgezin en we vertrokken terug naar Pokhara voor onze meeting met Lut, de verantwoordelijke voor Nepal van Artevelde.
Even een sidenote: Onze gastmama is een leerkracht op de school en geeft écht al jaren les (Ze is ongeveer 45.), maar nu moest ze van de overheid een nieuw examen afleggen om te kunnen blijven lesgeven. Wanneer je in het primary level wil blijven lesgeven, moet je dus na een bepaalde periode nog eens getest worden. Nu moest ze dus haar gezin een maand achterlaten om lessen te volgen en te studeren in Kathmandu. Wij waren hiervan geschrokken, bij ons ben je op die leeftijd redelijk gesetteld en heb je voldoende ervaring waardoor het lesgeven misschien iets rustiger kan worden. Hier is dat dus niet het geval. Wanneer je dan als leerkracht besluit om niet deel te nemen aan het examen, omdat je vreest dat je niet zal slagen, dan krijg je van de overheid een beetje geld. Dit kan je vergelijken met ons Belgisch pensioen, maar het bedrag ligt uiteraard veel lager. Op de Macchapucchre zijn er twee leerkrachten die besloten om niet deel te nemen en dus nu weer landbouwer en kleermaker worden. Ik vind dat héél jammer want dat waren écht wel goede leerkrachten...
Iedereen kwam geleidelijk aan in Pokhara en het was écht héél gezellig om alle verhalen uit te wisselen en om elkaar terug te zien. Op de meeting bespraken we voornamelijk de dingen die we meegemaakt hadden, waar we geschrokken van waren, wat we niet verwacht hadden... Héél interessant om van iedereen de verschillende visies te horen, aangezien we op andere plaatsen in Nepal verbleven.
Na de meeting gingen we eten in OR2K als laatste avondmaal van Onah en Laura en bezochten een Nepalese club. Ik was niet écht fan! Wij als blanken kunnen niet echt dansen op die muziek en als er dan eens een goed stuk kwam, dan remixten ze het helemaal waardoor het weer ondansbaar werd. We hebben wel goed gelachen met alle Nepalezen die er helemaal voor gingen op de dansvloer.
Ik nam één dagje rust in Pokhara om voor school te werken en de dag erna hadden Uma, Sien en mezelf besloten om mama Anita te bezoeken. We stonden vroeg op en vertrokken vol moed naar mama Anita met een nogal vage uitleg om het te vinden. Maar kom, het is Nepal en we waren ervan overtuigd dat we er wel zouden raken! Vanuit Pokhara waren we al op zoek naar het centraal busstation waar we de bus richting Kathmandu konden nemen. Dat was een avontuur op zich, maar we vonden toch iemand die ons de bus kon aanwijzen die ook in Gonghaura stopte. Onderweg nam ik eerst een Nepalees kindje op de schoot die anders uren mocht rechtstaan en nu al heel te tijd omviel. In de helft van het traject moest ik mijn plaats afstaan aan een Nepalese die op voorhand een plaats gereserveerd had, want dan krijg je voorrang om te zitten. Hiervan was ik écht geschrokken, het was eerlijk en ik had het niet anders gewild, maar meestal gaan de Nepalezen rechtstaan zodat je als blanke kan zitten.
We kwamen aan in Gonghaura en wandelden naar Talipokhari, waar mama Anita woont. Althans, dat dachten we toch! We verdwaalden helemaal en niemand sprak er echt verstaanbaar Engels. We werden dus weer op de bus gezet naar Talchok (Dit was een plek waar we met de eerste bus ook gestopt waren, we waren dus bijna weer bij af.) om dan de bus naar Kotre te nemen, waar we een uur in de blakende zon moesten wachten tot de bus naar Talipokhari vertrok. Niemand begreep overigens waarom wij persé naar Talipokhari wilden gaan, want er valt daar niks te beleven. Véél verbaasde blikken en vijf uur later kwamen we dus in de hitte (35°C!) aan bij mama Anita, maar we waren nog steeds goedgezind, want ja, het is Nepal! We kijken na bijna drie maanden écht van bijna niks meer op.
Mama Anita verwelkomde ons met thee en dal bhat om vijf uur en amai, ze kan écht goed koken. Ik moet toegeven dat dat ongeveer het lekkerste eten was dat ik hier al heb gegeten. En ik heb al véél dal bhat gegeten!!! We gingen met haar de koe melken en we wandelden naar een viewpoint waar we de volgende morgen de zonsopgang zouden bekijken. We sliepen in een kamer met gigantische spinnen en wandelden de volgende dag terug. Héel leuke ervaring.
In Pokhara planden we de komende weken met Lut. Het zal druk worden, maar op dit moment geniet ik écht met volle teugen van alles wat ik hier nog tijdens mijn laatste week zal meemaken.
Even een sidenote: Onze gastmama is een leerkracht op de school en geeft écht al jaren les (Ze is ongeveer 45.), maar nu moest ze van de overheid een nieuw examen afleggen om te kunnen blijven lesgeven. Wanneer je in het primary level wil blijven lesgeven, moet je dus na een bepaalde periode nog eens getest worden. Nu moest ze dus haar gezin een maand achterlaten om lessen te volgen en te studeren in Kathmandu. Wij waren hiervan geschrokken, bij ons ben je op die leeftijd redelijk gesetteld en heb je voldoende ervaring waardoor het lesgeven misschien iets rustiger kan worden. Hier is dat dus niet het geval. Wanneer je dan als leerkracht besluit om niet deel te nemen aan het examen, omdat je vreest dat je niet zal slagen, dan krijg je van de overheid een beetje geld. Dit kan je vergelijken met ons Belgisch pensioen, maar het bedrag ligt uiteraard veel lager. Op de Macchapucchre zijn er twee leerkrachten die besloten om niet deel te nemen en dus nu weer landbouwer en kleermaker worden. Ik vind dat héél jammer want dat waren écht wel goede leerkrachten...
Iedereen kwam geleidelijk aan in Pokhara en het was écht héél gezellig om alle verhalen uit te wisselen en om elkaar terug te zien. Op de meeting bespraken we voornamelijk de dingen die we meegemaakt hadden, waar we geschrokken van waren, wat we niet verwacht hadden... Héél interessant om van iedereen de verschillende visies te horen, aangezien we op andere plaatsen in Nepal verbleven.
Na de meeting gingen we eten in OR2K als laatste avondmaal van Onah en Laura en bezochten een Nepalese club. Ik was niet écht fan! Wij als blanken kunnen niet echt dansen op die muziek en als er dan eens een goed stuk kwam, dan remixten ze het helemaal waardoor het weer ondansbaar werd. We hebben wel goed gelachen met alle Nepalezen die er helemaal voor gingen op de dansvloer.
Ik nam één dagje rust in Pokhara om voor school te werken en de dag erna hadden Uma, Sien en mezelf besloten om mama Anita te bezoeken. We stonden vroeg op en vertrokken vol moed naar mama Anita met een nogal vage uitleg om het te vinden. Maar kom, het is Nepal en we waren ervan overtuigd dat we er wel zouden raken! Vanuit Pokhara waren we al op zoek naar het centraal busstation waar we de bus richting Kathmandu konden nemen. Dat was een avontuur op zich, maar we vonden toch iemand die ons de bus kon aanwijzen die ook in Gonghaura stopte. Onderweg nam ik eerst een Nepalees kindje op de schoot die anders uren mocht rechtstaan en nu al heel te tijd omviel. In de helft van het traject moest ik mijn plaats afstaan aan een Nepalese die op voorhand een plaats gereserveerd had, want dan krijg je voorrang om te zitten. Hiervan was ik écht geschrokken, het was eerlijk en ik had het niet anders gewild, maar meestal gaan de Nepalezen rechtstaan zodat je als blanke kan zitten.
We kwamen aan in Gonghaura en wandelden naar Talipokhari, waar mama Anita woont. Althans, dat dachten we toch! We verdwaalden helemaal en niemand sprak er echt verstaanbaar Engels. We werden dus weer op de bus gezet naar Talchok (Dit was een plek waar we met de eerste bus ook gestopt waren, we waren dus bijna weer bij af.) om dan de bus naar Kotre te nemen, waar we een uur in de blakende zon moesten wachten tot de bus naar Talipokhari vertrok. Niemand begreep overigens waarom wij persé naar Talipokhari wilden gaan, want er valt daar niks te beleven. Véél verbaasde blikken en vijf uur later kwamen we dus in de hitte (35°C!) aan bij mama Anita, maar we waren nog steeds goedgezind, want ja, het is Nepal! We kijken na bijna drie maanden écht van bijna niks meer op.
Mama Anita verwelkomde ons met thee en dal bhat om vijf uur en amai, ze kan écht goed koken. Ik moet toegeven dat dat ongeveer het lekkerste eten was dat ik hier al heb gegeten. En ik heb al véél dal bhat gegeten!!! We gingen met haar de koe melken en we wandelden naar een viewpoint waar we de volgende morgen de zonsopgang zouden bekijken. We sliepen in een kamer met gigantische spinnen en wandelden de volgende dag terug. Héel leuke ervaring.
In Pokhara planden we de komende weken met Lut. Het zal druk worden, maar op dit moment geniet ik écht met volle teugen van alles wat ik hier nog tijdens mijn laatste week zal meemaken.
Vakantie! Heet, heet, heet!
Zondagochtend vertrokken we vroeg, wel de Nepalese tijd geldt hier nog steeds dus vroeg is relatief, op trekking. Aangezien we met 4 waren namen we de taxi naar Nayapul. Daar begonnen we vol moed te stappen op het heetst van de dag tussen groepen andere toeristen. De Poon Hill trek is een short trek, die echt heel toeristisch is! De eerste was écht lastig, amai, in de brandende zon 6 à 7 uur klimmen. We wilden tot in Ulleri raken, maar rond 15u begon het te regen. We schuilden even en de laatste trappen beklommen we in de vochtige hitte, lastig! Gelukkig konden we in Ulleri douchen, het was nodig! De tweede dag ging het gelukkig al véél vlotter en wandelden we naar Ghorepani. Het weer zat toen helaas niet zo mee, waardoor we echt in de gietende regen gewandeld hebben. We arriveerden helemaal doorweekt in een guesthouse met een ... kachel! Hemels om daar je boek te lezen en een beetje uit te rusten. Na een korte nacht stonden we vroeg op om een prachtige zonsopgang te bekijken vanop Poon Hill. Helemaal uitgedost (met minimum 7 lagen, muts & handschoenen, you know me) stegen we 45 minuten. Héél véél trappen omhoog dus en ik had véél te warm uiteraard tijdens het stappen. Eenmaal boven, wow! Dankzij de regen van de vorige nacht was er géén wolkje aan de hemel. Wel, om precies te zijn: ééntje, maar die was verwaarloosbaar. Zo’n mooi uitzicht op de Annapurna range! Prachtig!
Na een stevig ontbijtje trokken we verder naar Tadapani. Onze gastpapa was nog gids geweest en had ons aangeraden om niet af te dalen langs de weg vanwaar we gekomen waren. Amai, wat een goede tip! De volgende twee dagen van onze trekking zagen we niks anders dan prachtige uitzichten, jungle ... Ik wist niet dat trekken zo leuk was! Het stappen is wel lastig, zeker omdat je steeds stijgt en daalt via stenen trappen. Duizenden trappen, maar het uitzicht is het afzien altijd zo waard!
Op de 4de dag, na helemaal te verdwalen en te wandelen naar het foute dorp... (Leve trekken zonder gids!) moesten we opnieuw naar Gandruk wandelen. (We kwamen net vandaar en moesten dus weer een uur stijgen...) De regen zat eraan te komen en we moesten nog naar Landruk, want dat was echt het minimumdoel voor die dag! We moesten eerst echt opnieuw duizenden trappen afdalen om aan de rivier te komen. Onderweg namen we pauzes om te schuilen voor stortbuien en windvlagen die ons bijna van de trappen bliezen. Van aan de rivier was het écht weer super steil omhoog via ... trappen (uiteraard!)! Enkelen van ons trekgezelschap verloren de moed een beetje, maar ik vond het nog steeds echt zalig! Die avond in ons guest house besloten Onah en Silke om met de jeep terug te keren, maar ik moest en zou de trek uitwandelen en gelukkig dacht Laura er ook zo over! Wij wandelden de vijfde en laatste dag 6u30 aan één stuk en het gaf zo’n goed gevoel om onze trek helemaal uitgewandeld te hebben! Trots!
Even een sidenote: Tijdens de trekking wandelden we zonder gids en zonder drager. Als je die dragers ziet wandelen, wel ... eerder sleuren met gemiddeld 4 grote trekrugzakken samengebonden en dragend op hun hoofd, geeft je dat wel een dubbel gevoel. Het is hun inkomen, maar amai, respect voor die mensen dat dit dag in dag uit doen. Vaak op teenslippers al die trappen beklimmen en afdalen. Op zo’n momenten vroegen we ons ook af wat sommige toeristen allemaal meesleuren, zeker voor Poon Hill, wat echt een super korte trek is. Wij waren écht perfect in staat om ons gerief voor 5 dagen zelf dragen!
De rest van de vakantie hebben we vooral gechilld in Pokhara, gewerkt voor school (Hoe leuk het hier ook is, dat moet ook gebeuren. Ze kennen ons al héél goed in het Spaans café met super wifi om alle blogpost up te loaden en mails te sturen...), gezwommen (want het is hier écht heel heet). Maar ik klaag niet hoor!
Morgen begin ik officieel aan de laatste twee weken en ik kan het niet geloven dat het bijna over is! Het is hier zoooooooo zalig! Lovely Nepal!
Na een stevig ontbijtje trokken we verder naar Tadapani. Onze gastpapa was nog gids geweest en had ons aangeraden om niet af te dalen langs de weg vanwaar we gekomen waren. Amai, wat een goede tip! De volgende twee dagen van onze trekking zagen we niks anders dan prachtige uitzichten, jungle ... Ik wist niet dat trekken zo leuk was! Het stappen is wel lastig, zeker omdat je steeds stijgt en daalt via stenen trappen. Duizenden trappen, maar het uitzicht is het afzien altijd zo waard!
Op de 4de dag, na helemaal te verdwalen en te wandelen naar het foute dorp... (Leve trekken zonder gids!) moesten we opnieuw naar Gandruk wandelen. (We kwamen net vandaar en moesten dus weer een uur stijgen...) De regen zat eraan te komen en we moesten nog naar Landruk, want dat was echt het minimumdoel voor die dag! We moesten eerst echt opnieuw duizenden trappen afdalen om aan de rivier te komen. Onderweg namen we pauzes om te schuilen voor stortbuien en windvlagen die ons bijna van de trappen bliezen. Van aan de rivier was het écht weer super steil omhoog via ... trappen (uiteraard!)! Enkelen van ons trekgezelschap verloren de moed een beetje, maar ik vond het nog steeds echt zalig! Die avond in ons guest house besloten Onah en Silke om met de jeep terug te keren, maar ik moest en zou de trek uitwandelen en gelukkig dacht Laura er ook zo over! Wij wandelden de vijfde en laatste dag 6u30 aan één stuk en het gaf zo’n goed gevoel om onze trek helemaal uitgewandeld te hebben! Trots!
Even een sidenote: Tijdens de trekking wandelden we zonder gids en zonder drager. Als je die dragers ziet wandelen, wel ... eerder sleuren met gemiddeld 4 grote trekrugzakken samengebonden en dragend op hun hoofd, geeft je dat wel een dubbel gevoel. Het is hun inkomen, maar amai, respect voor die mensen dat dit dag in dag uit doen. Vaak op teenslippers al die trappen beklimmen en afdalen. Op zo’n momenten vroegen we ons ook af wat sommige toeristen allemaal meesleuren, zeker voor Poon Hill, wat echt een super korte trek is. Wij waren écht perfect in staat om ons gerief voor 5 dagen zelf dragen!
De rest van de vakantie hebben we vooral gechilld in Pokhara, gewerkt voor school (Hoe leuk het hier ook is, dat moet ook gebeuren. Ze kennen ons al héél goed in het Spaans café met super wifi om alle blogpost up te loaden en mails te sturen...), gezwommen (want het is hier écht heel heet). Maar ik klaag niet hoor!
Morgen begin ik officieel aan de laatste twee weken en ik kan het niet geloven dat het bijna over is! Het is hier zoooooooo zalig! Lovely Nepal!
Examens en schilderen – laatste schoolweken!
Zoals ik in mijn vorige blogbericht schreef, startten de examens hier op zondag! Wij waren er nieuwsgierig naar hoe dat hier in Nepal zou verlopen. We moeten toegeven dat het eigenlijk niet zoveel verschilt van de examens in België. De leerlingen komen ’s ochtends naar school, zitten in hun klas, vullen de examens in en een leerkracht doet toezicht. Zo hebben ze elke dag examen van één vak. Na het examen gaan ze naar huis om te studeren voor het volgend examen. Dit een kleine twee weken lang. Wat mij wel al opviel is dat er héél veel leerlingen spieken! Overal liggen verscheurde spiekbriefjes, zie ik kleine opgerolde papiertjes doorgegeven worden. En de directeur is ervan overtuigd dat ze héél streng zijn... Gohja, ze doen wel hun best en daar moet je in Nepal al héél vaak tevreden mee zijn.
Ondertussen begonnen wij aan de schilderwerken! Onze eerste opdracht: ‘The washing routine!’ Laura en Onah wilden graag een stappenplan voor de kleutertjes en peutertjes zodat ze efficiënter hun handen zouden wassen. Daarnaast is het ook gewoon goed om alle leerlingen ervan bewust te maken dat handen wassen goed is voor de algemene hygiëne. Iedereen heeft er dus baat bij! Wij startten vol moed aan het tekenen van onze ontwerpen. Jaja, we doen het héél precies! Eerst alles schetsen en tekenen met potlood, daarna verven! Tijdens onze werkzaamheden hadden we vaak een publiek van 20 à 30 man achter ons staan. We waren precies apen in de zoo! Blanken die schilderen en daarvoor op stoelen en banken klauteren, dat zien ze hier duidelijk niet zo vaak. We werkten hard door en na enkele foutjes te corrigeren met onze witte verf, waren we klaar! Eerlijkgezegd? Het eindresultaat mag er écht zijn! We zijn trots! Kleine opmerking van de Nepalezen: We moeten méér kleur gebruiken in onze volgende ontwerpen. Niks is hier too much, als je weet dat ze voor het schilderen van ons huis 6 verschillende kleuren gebruikten...
Grappig feitje: Wanneer de directeur zag dat het eindresultaat er wel mocht wezen, kregen we onmiddellijk nog enkele taakjes. Zo moeten we het woord ‘higher’ uit de schoolnaam overschilderen met wit omdat de overheid de regels hierover heeft aangepast. Terwijl hij die opdracht aan het uitdelen was, besefte hij dat de letters die op het gebouw geschilderd staan redelijk aan het vervagen zijn. Hij zag het onmiddellijk zitten, want bestelde al verf terwijl we nog niet eens toegezegd hadden, om de letters ook een nieuw likje verf te geven. Daarnaast mogen we ook nog de politieke slogans die in het rood langs de buitenkant van het schoolgebouw geschilderd zijn, overschilderen met wit! En dan is er ook nog het project van de Franse muur! We weten wat gedaan dus de komende weken. (Update: Hij vond een student van class 10 om de ‘vervelende’ schilderwerkjes te doen. Wij waren vrijgesteld!)
Eén van de komende dagen gingen we mee met class 10. Zij hebben nu ook staatsexamens en da’s een héél gebeuren. De leerkrachten en directie zeiden dat we gerust eens mee mochten gaan, om te zien hoe dat eraan toe gaat. Om 6u30 stonden we op om dan opgepikt te worden door een bus met alle leerlingen van class 10 (Dat zijn er 54!) die druk aan het herhalen waren. Ze hadden die dag het vak ‘social studies’. Héél moeilijk, wij waren er verbaasd van wat die leerlingen allemaal moesten kennen! Zij mogen géén examens afleggen in de eigen school, maar moeten daarvoor naar een andere centrale school in het district, waar leerlingen van andere scholen uit class 10 ook naartoe komen. Als het examen start, mogen enkel de leerlingen van class 10 binnengaan door de poort. Er staat politie om de orde te bewaren en er zijn enkele leerkrachten die toezicht houden. Een héél streng gebeuren om fraude tegen te gaan. Wij mochten niet binnen, dus zaten een beetje te rusten onder een immense boom, dronken thee en wandelden rond in de prachtige omgeving.
Na het vele schilderen, tekenen en bezoeken was het weekend aangebroken. Tijd voor paragliding!!! Spannend! Vrijdag boekten we het paragliden en kregen de tip van één van de piloten om 11u30 te gaan in plaats van om 9u30. Dan is het warmer en kan je blijkbaar hoger stijgen. We volgden zijn advies en op zaterdag was het zover! Om 11u stonden we klaar in het bureau, vulden de nodige formulieren in en langzaamaan kwamen onze ‘pilots’ aan. Het was blijkbaar een perfecte dag om te paragliden, héél helder. We namen de jeep naar Sarangkot. Daar werden de parachutes uitgerold en kreeg iedereen zijn eigen ‘pilot’ toegewezen. Ik mocht met Yukesh vliegen, de jonkie van de groep. Het vertrek ging heel vlot en voor ik het wist, zweefden we in de lucht. We gingen hoger en hoger. Hij vroeg regelmatig hoe het met me ging en we praatten eigenlijk héél de tijd. Super gezellig! Ik kwam te weten dat alle piloten van frontiers paragliding ‘competition pilots’ zijn, waardoor ze meer technische kennis hebben. Hijzelf deed al mee aan wedstrijden in Bangladesh en India en werd daar derde en negende. Door het warme weer stegen we boven alle andere paragliders uit en cirkelden we rustig boven Sarangkot. Zo zalig en zo hoog! Ik genoot! Dan was het tijd om een beetje te dalen en trics en vrije vallen uit te voeren boven het meer. Amai, hiervan was ik echt onder de indruk, zo over kop gaan, simpelweg met een parachute en de wind... Na een zachte landing kwam ik te weten dat hij nog maar 15 jaar was! Amai, een super piloot, zeker voor zijn leeftijd. Mocht het nog goedkoper zijn, ik doe het onmiddellijk nog eens opnieuw!! Een ervaring die ik echt iedereen kan aanraden (maar misschien best geen hoogtevrees hebben ;-) )
De rest van de week hebben we echt verschillende dagen geschilderd aan de French wall. Een lastig project, maar het eindresultaat is al het harde werk waard. We schilderden onder andere een eifeltoren met Franse mannetjes die tot tien tellen en twee conversaties die ik aan de leerlingen leerde. De foto’s ervan kan je vinden op mijn site bij ‘foto’s’.
Donderdag was het dan tijd voor een ‘programm’ van Shiva, the librarian op onze school. Het was één jaar geleden dat één van zijn ouders overleed en dat werd nog eens herdacht met een ceremonie. Het hoofd van de kleinzoon werd kaalgeschoren met nog één plukje haar. Dat plukje noemen ze een ‘topi’. Daar aangekomen mochten we hem een teeka geven en gaven we enkele roepies. Daarna werd er ons opnieuw een rijkelijke maaltijd aangeboden. Verhongeren is hier echt onmogelijk in Nepal! Dan naar huis en inkopen doen voor de picknick!
De laatste dag van de week was het tijd voor de picknick met de leerkrachten! Hier hadden we echt naar uitgekeken, want dit zagen we een beetje als het afscheid van Onah en Laura.
Klein minpuntje: Het slachten van een geit, maar als je vlees eet, moet je eigenlijk ook weten vanwaar het komt! Gelukkig was het dier al dood eenmaal we aankwamen.
Dan héél de dag dansen en eten met alle leerkrachten en uiteraard onze cadeautjes afgeven. We hadden voor de school een groepsfoto van alle leerlingen en leerkrachten in het groot geprint en voor onze directeur een gepersonaliseerde t-shirt gemaakt. Uiteraard hadden we ook chocolade mee voor alle leerkrachten. Echt een hele geslaagde dag, waarbij we gelukkig ook eens iets mochten doen, dus we versneden de radijzen en pelden echt zeker 100 looktenen. Niet normaal! We zouden het onmiddellijk nog eens opnieuw doen, die picknick!
Tot schrijfs!
PS: Het is hier nu vakantie, dus morgen starten we met de Poon Hill trek, ben eens benieuwd!
Ondertussen begonnen wij aan de schilderwerken! Onze eerste opdracht: ‘The washing routine!’ Laura en Onah wilden graag een stappenplan voor de kleutertjes en peutertjes zodat ze efficiënter hun handen zouden wassen. Daarnaast is het ook gewoon goed om alle leerlingen ervan bewust te maken dat handen wassen goed is voor de algemene hygiëne. Iedereen heeft er dus baat bij! Wij startten vol moed aan het tekenen van onze ontwerpen. Jaja, we doen het héél precies! Eerst alles schetsen en tekenen met potlood, daarna verven! Tijdens onze werkzaamheden hadden we vaak een publiek van 20 à 30 man achter ons staan. We waren precies apen in de zoo! Blanken die schilderen en daarvoor op stoelen en banken klauteren, dat zien ze hier duidelijk niet zo vaak. We werkten hard door en na enkele foutjes te corrigeren met onze witte verf, waren we klaar! Eerlijkgezegd? Het eindresultaat mag er écht zijn! We zijn trots! Kleine opmerking van de Nepalezen: We moeten méér kleur gebruiken in onze volgende ontwerpen. Niks is hier too much, als je weet dat ze voor het schilderen van ons huis 6 verschillende kleuren gebruikten...
Grappig feitje: Wanneer de directeur zag dat het eindresultaat er wel mocht wezen, kregen we onmiddellijk nog enkele taakjes. Zo moeten we het woord ‘higher’ uit de schoolnaam overschilderen met wit omdat de overheid de regels hierover heeft aangepast. Terwijl hij die opdracht aan het uitdelen was, besefte hij dat de letters die op het gebouw geschilderd staan redelijk aan het vervagen zijn. Hij zag het onmiddellijk zitten, want bestelde al verf terwijl we nog niet eens toegezegd hadden, om de letters ook een nieuw likje verf te geven. Daarnaast mogen we ook nog de politieke slogans die in het rood langs de buitenkant van het schoolgebouw geschilderd zijn, overschilderen met wit! En dan is er ook nog het project van de Franse muur! We weten wat gedaan dus de komende weken. (Update: Hij vond een student van class 10 om de ‘vervelende’ schilderwerkjes te doen. Wij waren vrijgesteld!)
Eén van de komende dagen gingen we mee met class 10. Zij hebben nu ook staatsexamens en da’s een héél gebeuren. De leerkrachten en directie zeiden dat we gerust eens mee mochten gaan, om te zien hoe dat eraan toe gaat. Om 6u30 stonden we op om dan opgepikt te worden door een bus met alle leerlingen van class 10 (Dat zijn er 54!) die druk aan het herhalen waren. Ze hadden die dag het vak ‘social studies’. Héél moeilijk, wij waren er verbaasd van wat die leerlingen allemaal moesten kennen! Zij mogen géén examens afleggen in de eigen school, maar moeten daarvoor naar een andere centrale school in het district, waar leerlingen van andere scholen uit class 10 ook naartoe komen. Als het examen start, mogen enkel de leerlingen van class 10 binnengaan door de poort. Er staat politie om de orde te bewaren en er zijn enkele leerkrachten die toezicht houden. Een héél streng gebeuren om fraude tegen te gaan. Wij mochten niet binnen, dus zaten een beetje te rusten onder een immense boom, dronken thee en wandelden rond in de prachtige omgeving.
Na het vele schilderen, tekenen en bezoeken was het weekend aangebroken. Tijd voor paragliding!!! Spannend! Vrijdag boekten we het paragliden en kregen de tip van één van de piloten om 11u30 te gaan in plaats van om 9u30. Dan is het warmer en kan je blijkbaar hoger stijgen. We volgden zijn advies en op zaterdag was het zover! Om 11u stonden we klaar in het bureau, vulden de nodige formulieren in en langzaamaan kwamen onze ‘pilots’ aan. Het was blijkbaar een perfecte dag om te paragliden, héél helder. We namen de jeep naar Sarangkot. Daar werden de parachutes uitgerold en kreeg iedereen zijn eigen ‘pilot’ toegewezen. Ik mocht met Yukesh vliegen, de jonkie van de groep. Het vertrek ging heel vlot en voor ik het wist, zweefden we in de lucht. We gingen hoger en hoger. Hij vroeg regelmatig hoe het met me ging en we praatten eigenlijk héél de tijd. Super gezellig! Ik kwam te weten dat alle piloten van frontiers paragliding ‘competition pilots’ zijn, waardoor ze meer technische kennis hebben. Hijzelf deed al mee aan wedstrijden in Bangladesh en India en werd daar derde en negende. Door het warme weer stegen we boven alle andere paragliders uit en cirkelden we rustig boven Sarangkot. Zo zalig en zo hoog! Ik genoot! Dan was het tijd om een beetje te dalen en trics en vrije vallen uit te voeren boven het meer. Amai, hiervan was ik echt onder de indruk, zo over kop gaan, simpelweg met een parachute en de wind... Na een zachte landing kwam ik te weten dat hij nog maar 15 jaar was! Amai, een super piloot, zeker voor zijn leeftijd. Mocht het nog goedkoper zijn, ik doe het onmiddellijk nog eens opnieuw!! Een ervaring die ik echt iedereen kan aanraden (maar misschien best geen hoogtevrees hebben ;-) )
De rest van de week hebben we echt verschillende dagen geschilderd aan de French wall. Een lastig project, maar het eindresultaat is al het harde werk waard. We schilderden onder andere een eifeltoren met Franse mannetjes die tot tien tellen en twee conversaties die ik aan de leerlingen leerde. De foto’s ervan kan je vinden op mijn site bij ‘foto’s’.
Donderdag was het dan tijd voor een ‘programm’ van Shiva, the librarian op onze school. Het was één jaar geleden dat één van zijn ouders overleed en dat werd nog eens herdacht met een ceremonie. Het hoofd van de kleinzoon werd kaalgeschoren met nog één plukje haar. Dat plukje noemen ze een ‘topi’. Daar aangekomen mochten we hem een teeka geven en gaven we enkele roepies. Daarna werd er ons opnieuw een rijkelijke maaltijd aangeboden. Verhongeren is hier echt onmogelijk in Nepal! Dan naar huis en inkopen doen voor de picknick!
De laatste dag van de week was het tijd voor de picknick met de leerkrachten! Hier hadden we echt naar uitgekeken, want dit zagen we een beetje als het afscheid van Onah en Laura.
Klein minpuntje: Het slachten van een geit, maar als je vlees eet, moet je eigenlijk ook weten vanwaar het komt! Gelukkig was het dier al dood eenmaal we aankwamen.
Dan héél de dag dansen en eten met alle leerkrachten en uiteraard onze cadeautjes afgeven. We hadden voor de school een groepsfoto van alle leerlingen en leerkrachten in het groot geprint en voor onze directeur een gepersonaliseerde t-shirt gemaakt. Uiteraard hadden we ook chocolade mee voor alle leerkrachten. Echt een hele geslaagde dag, waarbij we gelukkig ook eens iets mochten doen, dus we versneden de radijzen en pelden echt zeker 100 looktenen. Niet normaal! We zouden het onmiddellijk nog eens opnieuw doen, die picknick!
Tot schrijfs!
PS: Het is hier nu vakantie, dus morgen starten we met de Poon Hill trek, ben eens benieuwd!
Het giet hier!
Iedereen die denkt dat de zon hier altijd schijnt, je hebt het helemaal mis! De voorbije week hebben we écht Belgisch weer ervaren op sommige momenten. In het weekend regende het non stop! Het viel met bakken uit de lucht en aangezien er hier nergens verwarming is en alles open is, was het koud! Gelukkig klaarde het op zondag op, want het was tijd voor holi!
Holi is een religieus feest waar iedereen met kleuren gooit! Ik wist op voorhand niet goed wat ik ervan moest verwachten, maar het was zooo leuk! Ik zou het gerust nog eens kunnen vieren! Iedereen (zowel toeristen als jonge Nepalezen) smeert kleurtjes op je kaken en roept: ‘Happy holi!’. We werden ook te pas en te onpas met waterpistolen beschoten omdat de kleuren dan beter blijven plakken. Iedereen was héél kleurrijk en de zon scheen, dus onze dag kon niet meer stuk!
Wanneer je holi een week wil vieren, dan moet je naar de Terai, da’s het laaggebergte hier in Nepal waar er voornamelijk jungle is. Daar wordt dat blijkbaar véél uitbundiger gevierd dan hier in Pokhara, maar op sommige plekken was het toch al redelijk gek! Die Nepalezen kunnen écht feesten! Zo uitbundig hadden we het nog nooit ervaren!
Grappig feitje: Je moet nogal schrobben om al die kleuren weer van je huid te krijgen en véél volwassen hebben daar géén zin in. Wanneer we dus vroegen aan de leerkrachten waarom ze geen holi gevierd hadden, waren ze plots allemaal allergisch aan de kleuren. (Ze hebben hier voor alles wel een uitleg, die Nepalezen toch!)
Eenmaal terug in Bhurjungkhola na het weekend, zei onze gastpapa dat hij ons op holi gezien had langs Lakeside. In werkelijkheid had hij een foto gezien van ons in ... de Nepalese krant! Hij deed dus gewoon alsof hij ons gezien had, en wij geloofden hem echt. We konden onze ogen dan ook niet geloven, wanneer we in het groot afgebeeld stonden op blz. elf van de Kantipur (= de nationale Nepalese krant). Wanneer we het op school vertelden dat we in de krant stonden, zei Shiva (één van de leerkrachten) dat we een feest moesten geven omdat we nu famous Nepalis waren. Goed geprobeerd!
Op school hebben we onze laatste lesweek afgerond, want zondag (morgen dus al!) starten de examens! Deze duren een kleine twee weken en wij schilderen er ondertussen enkele muren. We willen boven de kranen een washing routine schilderen (Die kleine kindjes moeten leren om hun handen en neus proper te wassen.) en we mogen een Franse muur maken in het gangpad van de school. Wanneer we vrijdag van de bus kwamen, kochten we dus al verf! Nog zo’n grappig feitje: Na een immens uitgebreide kleurenkaart bekeken te hebben kozen we voor waterproof zwarte verf. Ze mengen dat hier een beetje op het gevoel, dus die man komt ons de pot tonen en het is grijs... Wij zijn ondertussen al mondig genoeg, om te zeggen dat we ‘kahlo’ (=zwart) gevraagd hadden. Na een tweede mengbeurt was de kleur nog steeds grijs. We besloten dus nog even te wachten, maar de eigenaar vertelde ons doodleuk dat dat zwart werd eenmaal het op de muur aangebracht werd... Derde keer goede keer en ze zochten ergens anders (=in een andere winkel) een pot zwarte verf! Missie geslaagd!
Tot schrijfs!
Holi is een religieus feest waar iedereen met kleuren gooit! Ik wist op voorhand niet goed wat ik ervan moest verwachten, maar het was zooo leuk! Ik zou het gerust nog eens kunnen vieren! Iedereen (zowel toeristen als jonge Nepalezen) smeert kleurtjes op je kaken en roept: ‘Happy holi!’. We werden ook te pas en te onpas met waterpistolen beschoten omdat de kleuren dan beter blijven plakken. Iedereen was héél kleurrijk en de zon scheen, dus onze dag kon niet meer stuk!
Wanneer je holi een week wil vieren, dan moet je naar de Terai, da’s het laaggebergte hier in Nepal waar er voornamelijk jungle is. Daar wordt dat blijkbaar véél uitbundiger gevierd dan hier in Pokhara, maar op sommige plekken was het toch al redelijk gek! Die Nepalezen kunnen écht feesten! Zo uitbundig hadden we het nog nooit ervaren!
Grappig feitje: Je moet nogal schrobben om al die kleuren weer van je huid te krijgen en véél volwassen hebben daar géén zin in. Wanneer we dus vroegen aan de leerkrachten waarom ze geen holi gevierd hadden, waren ze plots allemaal allergisch aan de kleuren. (Ze hebben hier voor alles wel een uitleg, die Nepalezen toch!)
Eenmaal terug in Bhurjungkhola na het weekend, zei onze gastpapa dat hij ons op holi gezien had langs Lakeside. In werkelijkheid had hij een foto gezien van ons in ... de Nepalese krant! Hij deed dus gewoon alsof hij ons gezien had, en wij geloofden hem echt. We konden onze ogen dan ook niet geloven, wanneer we in het groot afgebeeld stonden op blz. elf van de Kantipur (= de nationale Nepalese krant). Wanneer we het op school vertelden dat we in de krant stonden, zei Shiva (één van de leerkrachten) dat we een feest moesten geven omdat we nu famous Nepalis waren. Goed geprobeerd!
Op school hebben we onze laatste lesweek afgerond, want zondag (morgen dus al!) starten de examens! Deze duren een kleine twee weken en wij schilderen er ondertussen enkele muren. We willen boven de kranen een washing routine schilderen (Die kleine kindjes moeten leren om hun handen en neus proper te wassen.) en we mogen een Franse muur maken in het gangpad van de school. Wanneer we vrijdag van de bus kwamen, kochten we dus al verf! Nog zo’n grappig feitje: Na een immens uitgebreide kleurenkaart bekeken te hebben kozen we voor waterproof zwarte verf. Ze mengen dat hier een beetje op het gevoel, dus die man komt ons de pot tonen en het is grijs... Wij zijn ondertussen al mondig genoeg, om te zeggen dat we ‘kahlo’ (=zwart) gevraagd hadden. Na een tweede mengbeurt was de kleur nog steeds grijs. We besloten dus nog even te wachten, maar de eigenaar vertelde ons doodleuk dat dat zwart werd eenmaal het op de muur aangebracht werd... Derde keer goede keer en ze zochten ergens anders (=in een andere winkel) een pot zwarte verf! Missie geslaagd!
Tot schrijfs!
Dust, dust everywhere! (Stof overal!)
Op vrijdag vierden we dus Shivaratri. (De aanbidding van de god Shiva bij de hindoeïsten.) We (Laura, Onah en mezelf) besloten om mee te vasten met onze gastmama. We begonnen de dag vroeg met thee en vertrokken dan naar de tempel om verschillende rituelen uit te voeren en een witte teeka te krijgen. We praatten daar nog een uurtje in een kring met allemaal vrouwen, héél gezellig! De leerkrachten komen ook overal spontaan ‘hallo’ tegen ons zeggen buiten de school, dus we voelen ons wel goed binnen het schoolteam. We wilden nog iets doen, naast vasten en naar de tempel gaan, dus na een “maaltijd” van héél harde popcorn en een soort van geschifte yoghurt (sobere maaltijd, want ja we waren aan het vasten... ) vertrokken we naar tatopani. Dat zijn de hotwatersprings. (Natuurlijke warmwaterbronnen van gemiddeld 70°C.) We waren van plan om de bus te nemen, maar die kwam niet af... (Wat een verrassing!) dus vertrokken we maar te voet! Na een dik uur en een half wandelen, hoorden we dat we de foute kant opliepen. De Nepalezen zijn gelukkig overal even vriendelijk, dus een man wees ons een prachtig kiezelpaadje aan door de jungle. Hierdoor kwamen we echt in een idyllisch dorpje terecht. Daar kwam ik één van mijn leerlingen tegen die me aanriep met ‘Bonjour!’. Haar familie had een klein winkeltje, zoals ze hier overal hebben en daar kochten we lycheedrankjes bij gebrek aan water, waarvan we dachten dat we ze niet mochten opdrinken omdat we aan het vasten waren. Op het laatste half uur van onze wandeling hoorden we het iconisch getoeter van ... de bus! (Deze kan je niet vergelijken met onze saaie toeters, want elk voertuig heeft hier een ander melodietje!) Eenmaal aangekomen hadden we niet voldoende tijd om in de warmwaterbronnen te gaan, dus aten we onze popcorn op langs een roetsjende rivier met een prachtig uitzicht! Op weg naar huis stopten we aan de tempel want het vasten was gedaan en daar kregen we suzy. (Dat is een papje dat je kan vergelijken met griesmeelpudding met allerlei kruiden en gedroogd fruit in. Heel erg lekker!) ’s Avonds was het echt tijd voor de viering van Shivaratri en trokken we opnieuw naar de tempel om rond een groot kampvuur te dansen en sugarcanes te breken. (Mega lekker! Mmm!) Een beetje gevaarlijk want iedereen slaat in het wilde weg met stokken en het is nogal donker, dus je moest wel goed kijken waar je stond. Na uiteraard weer “verplicht” verschillende danssessies te hebben moeten doorstaan, konden we toch even op ons gemak zitten en praten met de kinderen en locals.
Na een (relatief) rustig en verlengd weekendje in Pokhara (We bezochten een beetje een teleurstellende grot en waterval, maar voor €1,30 kan je daar niet voor sukkelen en gingen naar jungle festival, wel tof!) namen we op zondagochtend de bus naar Bhurjungkhola.
Daar hoorden we van Santosh, onze directeur, dat we die week 2 verschillende scholen zouden bezoeken. Na telkens een lange wandeling kwamen we aan bij mini schooltjes met steeds max. 20 leerlingen, 5 leerkrachten en 3 stagiairs. Onderweg kwamen we ook te weten dat die leerkrachten echt heel lui zijn. Ze komen vaak niet opdagen en leerlingen zitten vaak uren te wachten op een leerkracht die komt lesgeven. Dat vind ik zo jammer! Stel je eens voor wat je met 5 leerkrachten aan 20 leerlingen kan leren op één schooljaar! En wij maar sukkelen soms om iedereen naar zijn/haar ultiem niveau te halen en volop te differentiëren in België, maar hier zijn ze daar dan te lui voor in zo’n kleine klassen. Op zo’n momenten ben ik héél blij dat ik op de Macchapuchre sta, want hier loopt niet alles gesmeerd, maar de ingesteldheid van de leerkrachten is wel goed en ze zijn steeds bereid om bij te leren!
Donderdag kwamen er mensen van rights 4 children de school bezoeken. Oorspronkelijk moesten we geen les geven, maar aangezien ze later kwamen dan verwacht, gaf iedereen toch les. Ik had wel alles al voorbereid, dus dat was géén probleem. Eerst arriveerden ze om 14u, wat nog oké was in mijn ogen. Maar wanneer ze om 16u met de jeep toekwamen op school, fronsten we onze wenkbrauwen toch eens. Wanneer de school uit was, moest er nog een volledig programma opgevoerd worden. Het geld dat de organisatie geschonken had, was bestemd voor de kleuterklassen, class 1, 2 en 3. De meeste van deze kinderen mochten al naar huis omdat ze te jong waren om te blijven, maar de oudere klassen die eigenlijk weinig genoten van het geschonken geld, moesten het programma dan maar verzorgen. Uiteraard moesten wij ook ons dansje nog eens uitvoeren, maar door het onvoorspelbare weer en de wind die ons podium in een stofwolk veranderde, zorgde ervoor dat de muziek in de helft al werd stopgezet. Persoonlijk vond ik dat nu niet zo erg! (We moeten echt overal dansen, dus een beetje rust kan geen kwaad.)
De week vloog dus weer voorbij en na een zeer oncomfortabele en extreem stoffige busrit arriveerden we in Pokhara. Daar werkten we voornamelijk voor school, maar stonden we ook vroeg op (om 4u30!!!) en gingen de zonsopgang bekijken vanop de peace pagoda stoepa (=tempel). Prachtig! Dit was het vroeg opstaan zo waard, maar we willen graag nog eens teruggaan als er iets minder wolken zijn. De monniken vertelden ons dat het dan nog mooier is.
Omdat mijn blogberichten toch al lang zijn, breid ik er onmiddellijk nog enkele gebeurtenissen van de laatste week aan. (Sorry aan de mensen die niet graag véél lezen!)
Zo werd ons huis bij ons gastgezin in Bhurjungkhola bijvoorbeeld geschilderd. En ik moet zeggen, ze gaan hier op een andere manier te werk dan in België. We hebben onze ogen uitgekeken. Ten eerste wordt er niks afgedekt, letterlijk alles blijft staan terwijl de muren en de plafonds geverfd werden. Dus na de schilderwerken is het aan de eigenaars om met een plamuurmesje alle verf van het tafelblad, het aanrecht en de vloer te schrapen. (En er lagen héél veel verfspetters overal!) Wanneer we vroegen of de schilders dat niet opkuisten zeiden ze al lachend: “Nee, da’s onze taak.” Dus alle gezinsleden werden aan het werk gezet om dat te doen. Ik heb ook mooie souvenirs want mijn birkenstocks en slippers zijn niet aan de verfspetters kunnen ontsnappen, wat héél mooie lichtblauwe en roze accentjes opleverde!
Als laatste vertel ik uiteraard over ons Belgian dinner! In de voormiddag gingen we baden in de hotwatersprings omdat we toch geen hele dag konden koken, maar om 15u begonnen we aan het harde labeur. De chocomousse hadden we de avond op voorhand al gemaakt. (12 eiwitten met de hand opkloppen is toch een werkje waarvoor 6 handen nodig zijn.) Onah ontfermde zich als veggie over de frieten. Samen met onze gastpapa schilde en versneed ze 7 kg aardappelen tot frieten. Deze werden uiteraard 2 x gebakken om ze lekker krokant te krijgen. Onze gastmama stookte dus in het kot van de koe een houtvuurtje waarop de frieten in een wokpan gebakken werden. Anders zou er véél te véél gas gebruikt worden hiervoor. Laura en mezelf ontfermden ons over het stoofvlees (van geitenvlees, want koeien zijn hier heilig), de appelmoes en de verse mayonaise! Na enkele bezorgde blikken van Santosh en Sushila (onze gastmama en –papa) die toch wel meerdere keren vertelden dat ze dachten dat het geitenvlees véél te lang opstond en telkens opnieuw opkeken bij het scheiden van het eigeel en het eiwit was het moment aangebroken! Onze gasten arriveerden en konden de Belgische maaltijd proeven. We wachtten met een bang hartje af (want vorig jaar was de spaghetti écht niet in de smaak gevallen), maar iedereen vond het super lekker! We moeten zelf aan Niro het recept van onze mayonaise geven! Geslaagde maar vermoeiende dag dus.
Tot schrijfs!
Na een (relatief) rustig en verlengd weekendje in Pokhara (We bezochten een beetje een teleurstellende grot en waterval, maar voor €1,30 kan je daar niet voor sukkelen en gingen naar jungle festival, wel tof!) namen we op zondagochtend de bus naar Bhurjungkhola.
Daar hoorden we van Santosh, onze directeur, dat we die week 2 verschillende scholen zouden bezoeken. Na telkens een lange wandeling kwamen we aan bij mini schooltjes met steeds max. 20 leerlingen, 5 leerkrachten en 3 stagiairs. Onderweg kwamen we ook te weten dat die leerkrachten echt heel lui zijn. Ze komen vaak niet opdagen en leerlingen zitten vaak uren te wachten op een leerkracht die komt lesgeven. Dat vind ik zo jammer! Stel je eens voor wat je met 5 leerkrachten aan 20 leerlingen kan leren op één schooljaar! En wij maar sukkelen soms om iedereen naar zijn/haar ultiem niveau te halen en volop te differentiëren in België, maar hier zijn ze daar dan te lui voor in zo’n kleine klassen. Op zo’n momenten ben ik héél blij dat ik op de Macchapuchre sta, want hier loopt niet alles gesmeerd, maar de ingesteldheid van de leerkrachten is wel goed en ze zijn steeds bereid om bij te leren!
Donderdag kwamen er mensen van rights 4 children de school bezoeken. Oorspronkelijk moesten we geen les geven, maar aangezien ze later kwamen dan verwacht, gaf iedereen toch les. Ik had wel alles al voorbereid, dus dat was géén probleem. Eerst arriveerden ze om 14u, wat nog oké was in mijn ogen. Maar wanneer ze om 16u met de jeep toekwamen op school, fronsten we onze wenkbrauwen toch eens. Wanneer de school uit was, moest er nog een volledig programma opgevoerd worden. Het geld dat de organisatie geschonken had, was bestemd voor de kleuterklassen, class 1, 2 en 3. De meeste van deze kinderen mochten al naar huis omdat ze te jong waren om te blijven, maar de oudere klassen die eigenlijk weinig genoten van het geschonken geld, moesten het programma dan maar verzorgen. Uiteraard moesten wij ook ons dansje nog eens uitvoeren, maar door het onvoorspelbare weer en de wind die ons podium in een stofwolk veranderde, zorgde ervoor dat de muziek in de helft al werd stopgezet. Persoonlijk vond ik dat nu niet zo erg! (We moeten echt overal dansen, dus een beetje rust kan geen kwaad.)
De week vloog dus weer voorbij en na een zeer oncomfortabele en extreem stoffige busrit arriveerden we in Pokhara. Daar werkten we voornamelijk voor school, maar stonden we ook vroeg op (om 4u30!!!) en gingen de zonsopgang bekijken vanop de peace pagoda stoepa (=tempel). Prachtig! Dit was het vroeg opstaan zo waard, maar we willen graag nog eens teruggaan als er iets minder wolken zijn. De monniken vertelden ons dat het dan nog mooier is.
Omdat mijn blogberichten toch al lang zijn, breid ik er onmiddellijk nog enkele gebeurtenissen van de laatste week aan. (Sorry aan de mensen die niet graag véél lezen!)
Zo werd ons huis bij ons gastgezin in Bhurjungkhola bijvoorbeeld geschilderd. En ik moet zeggen, ze gaan hier op een andere manier te werk dan in België. We hebben onze ogen uitgekeken. Ten eerste wordt er niks afgedekt, letterlijk alles blijft staan terwijl de muren en de plafonds geverfd werden. Dus na de schilderwerken is het aan de eigenaars om met een plamuurmesje alle verf van het tafelblad, het aanrecht en de vloer te schrapen. (En er lagen héél veel verfspetters overal!) Wanneer we vroegen of de schilders dat niet opkuisten zeiden ze al lachend: “Nee, da’s onze taak.” Dus alle gezinsleden werden aan het werk gezet om dat te doen. Ik heb ook mooie souvenirs want mijn birkenstocks en slippers zijn niet aan de verfspetters kunnen ontsnappen, wat héél mooie lichtblauwe en roze accentjes opleverde!
Als laatste vertel ik uiteraard over ons Belgian dinner! In de voormiddag gingen we baden in de hotwatersprings omdat we toch geen hele dag konden koken, maar om 15u begonnen we aan het harde labeur. De chocomousse hadden we de avond op voorhand al gemaakt. (12 eiwitten met de hand opkloppen is toch een werkje waarvoor 6 handen nodig zijn.) Onah ontfermde zich als veggie over de frieten. Samen met onze gastpapa schilde en versneed ze 7 kg aardappelen tot frieten. Deze werden uiteraard 2 x gebakken om ze lekker krokant te krijgen. Onze gastmama stookte dus in het kot van de koe een houtvuurtje waarop de frieten in een wokpan gebakken werden. Anders zou er véél te véél gas gebruikt worden hiervoor. Laura en mezelf ontfermden ons over het stoofvlees (van geitenvlees, want koeien zijn hier heilig), de appelmoes en de verse mayonaise! Na enkele bezorgde blikken van Santosh en Sushila (onze gastmama en –papa) die toch wel meerdere keren vertelden dat ze dachten dat het geitenvlees véél te lang opstond en telkens opnieuw opkeken bij het scheiden van het eigeel en het eiwit was het moment aangebroken! Onze gasten arriveerden en konden de Belgische maaltijd proeven. We wachtten met een bang hartje af (want vorig jaar was de spaghetti écht niet in de smaak gevallen), maar iedereen vond het super lekker! We moeten zelf aan Niro het recept van onze mayonaise geven! Geslaagde maar vermoeiende dag dus.
Tot schrijfs!
Bewogen weekje(s) in Burjungkhola!
Ons weekeinde op vrijdag begon met een picknick van class 10. Héél leuk om met al die pubers te eten, te dansen, ze jungle speed aan te leren en fotoshoots te houden. Je voelt je onmiddellijk minder oud. (Niet dat we zo oud zijn, maar toch!) Iedereen komt hier ook héél goed met elkaar overeen, ongeacht welke leeftijd je hebt. Dat is echt héél leuk, want dit is ook zo bij leerkrachten en leerlingen. Waar er bij ons een soort van ‘autoritaire grens’ is, zijn leerkrachten en leerlingen hier écht vrienden (= daarmee bedoel ik voornamelijk dat vaak samen een spel gespeeld wordt als vrienden en dat al het materiaal van leerkrachten ook zonder problemen gedeeld wordt met leerlingen), maar heerst er toch voldoende discipline wanneer dit nodig is. Echt héél aangenaam om te zien dat het ook zo kan!
Op onze holi day (=zaterdag) trouwde er één van de leerkrachten en uiteraard waren we uitgenodigd! Eenmaal opgemaakt en uitgedost in een sari (in het fel oranje!) kwam de bus voor alle leerkrachten ons halen. Opnieuw naar Pokhara met de bus langs de bumpy road! (Je moet weten dat we enkele uren ervoor dezelfde public bus genomen hadden omdat we vrijdag verschillende verslagen voor school moesten doormailen en dus internet nodig hadden en in ons guest house in Pokhara geslapen hadden. Een héle dag over en weer gaan dus, maar het was het zeker waard!
Eénmaal aangekomen op de trouw bezochten we eerst het ouderlijk huis van de vader (maar in werkelijkheid was dit het huis van één van de nonkels. (Familie is hier relatief, zussen en nichten worden vaak met elkaar verward. Vaak stellen de meisjes zich voor als zussen, maar wanneer we doorvragen en ze over hun papa praten, blijkt deze niet dezelfde te zijn. Dan zeggen: ‘Ahja, cousins, maar we brengen veel tijd met elkaar door...) Daar kreeg Shiva (de leerkracht die trouwde) teeka’s van bezoekers en daarna volgde er een stoet naar het party palace waar de trouw doorging en mochten we onmiddellijk aanschuiven voor het buffet. Mmm, zo’n lekker eten! Een trouw hier kan je wel niet vergelijken met een trouw in België. De bruid en de bruidegom zitten héél de tijd neer en lachen wel, maar praten niet echt véél en krijgen héél de dag teeka’s, bezoekers wassen hun voeten, ... Je begroet je gasten niet echt en er is ook weinig persoonlijk contact tussen de bezoekers en het pasgetrouwde stel. Na een paar ‘verplichte’ dansjes met twintig camera’s op ons gericht, mochten we naar het huis van de nonkel om bij de vrouwen te gaan dansen. De sfeer daar was véél minder geladen en er was één vrouw in een man verkleed die de spot dreef met de mannen terwijl ze danste. Het dansen daar was héél leuk, maar na enkele dansjes kregen we een korte pauze en konden we water drinken. De leerkrachten kwamen ons halen om met de leerkrachtenbus huiswaarts te keren en wij dachten: Hmm, de lange dag zit erop! Dit was niet de realiteit want halverwege op onze route viel de bus in panne. Iedereen stapte van de bus en begon in het zand te wandelen (wel zand, eigenlijk echt puur stof! Niet echt gemakkelijk om zo terug te wandelen met een sari.) De vrouwen begonnen héél enthousiast te stappen, maar na een kwartier was hun enthousiasme al ver te zoeken. Dan ging iedereen maar druk aan het bellen om een oplossing te vinden, want het zou al snel donker worden. Na een verplichte pauze stapten we op een overvolle bus die versierd was met gekleurde lichtjes en blacklights met een lading kasten op het dak. Grappig zicht! Eénmaal opgestapt zeiden de leerkrachten: “This can only happen in Nepal.” En inderdaad, in weinig landen zou je dit scenario tegenkomen en zou iedereen nog steeds zo goedgezind zijn.
Hier nog enkele leuke feitjes/gebeurtenissen van de volgende week.
Tot schrijfs!
Op onze holi day (=zaterdag) trouwde er één van de leerkrachten en uiteraard waren we uitgenodigd! Eenmaal opgemaakt en uitgedost in een sari (in het fel oranje!) kwam de bus voor alle leerkrachten ons halen. Opnieuw naar Pokhara met de bus langs de bumpy road! (Je moet weten dat we enkele uren ervoor dezelfde public bus genomen hadden omdat we vrijdag verschillende verslagen voor school moesten doormailen en dus internet nodig hadden en in ons guest house in Pokhara geslapen hadden. Een héle dag over en weer gaan dus, maar het was het zeker waard!
Eénmaal aangekomen op de trouw bezochten we eerst het ouderlijk huis van de vader (maar in werkelijkheid was dit het huis van één van de nonkels. (Familie is hier relatief, zussen en nichten worden vaak met elkaar verward. Vaak stellen de meisjes zich voor als zussen, maar wanneer we doorvragen en ze over hun papa praten, blijkt deze niet dezelfde te zijn. Dan zeggen: ‘Ahja, cousins, maar we brengen veel tijd met elkaar door...) Daar kreeg Shiva (de leerkracht die trouwde) teeka’s van bezoekers en daarna volgde er een stoet naar het party palace waar de trouw doorging en mochten we onmiddellijk aanschuiven voor het buffet. Mmm, zo’n lekker eten! Een trouw hier kan je wel niet vergelijken met een trouw in België. De bruid en de bruidegom zitten héél de tijd neer en lachen wel, maar praten niet echt véél en krijgen héél de dag teeka’s, bezoekers wassen hun voeten, ... Je begroet je gasten niet echt en er is ook weinig persoonlijk contact tussen de bezoekers en het pasgetrouwde stel. Na een paar ‘verplichte’ dansjes met twintig camera’s op ons gericht, mochten we naar het huis van de nonkel om bij de vrouwen te gaan dansen. De sfeer daar was véél minder geladen en er was één vrouw in een man verkleed die de spot dreef met de mannen terwijl ze danste. Het dansen daar was héél leuk, maar na enkele dansjes kregen we een korte pauze en konden we water drinken. De leerkrachten kwamen ons halen om met de leerkrachtenbus huiswaarts te keren en wij dachten: Hmm, de lange dag zit erop! Dit was niet de realiteit want halverwege op onze route viel de bus in panne. Iedereen stapte van de bus en begon in het zand te wandelen (wel zand, eigenlijk echt puur stof! Niet echt gemakkelijk om zo terug te wandelen met een sari.) De vrouwen begonnen héél enthousiast te stappen, maar na een kwartier was hun enthousiasme al ver te zoeken. Dan ging iedereen maar druk aan het bellen om een oplossing te vinden, want het zou al snel donker worden. Na een verplichte pauze stapten we op een overvolle bus die versierd was met gekleurde lichtjes en blacklights met een lading kasten op het dak. Grappig zicht! Eénmaal opgestapt zeiden de leerkrachten: “This can only happen in Nepal.” En inderdaad, in weinig landen zou je dit scenario tegenkomen en zou iedereen nog steeds zo goedgezind zijn.
Hier nog enkele leuke feitjes/gebeurtenissen van de volgende week.
- Op zondagavond beviel onze koe van een kalfje: Little Belgie. Vanaf nu dus elke dag verse melk! Normaal vind ik dit héél lekker, maar hier laten ze de melk koken en krijgen we regelmatig een rubberen papje geserveerd. Niet slecht, maar nu ook niet zo lekker...
- De leerkrachten zijn me Nepalees aan het leren. Lok printte zelf speciaal een lijst uit met alle Nepalese tekens en de bijbehorende klanken. (Er zijn 36 medeklinkers en 12 klinkers, dus ik weet wat gedaan de komende weken.) Ik kan wel al tellen tot 10!
- Lesgeven in Nepal is géén evidentie. De motivatie van de leerlingen is zalig, maar de organisatie op school is soms moeilijk te begrijpen. Zo was 6A eens niet in de klas aanwezig en vroeg ik dus waar ze waren. De leerkrachten zeiden doodleuk: ‘Ah, ze zijn naar de tempel om die voor te bereiden voor Shivaratri (= aanbidden van de god Shiva).’ Dan mocht ik dus tijdens de schooluren op zoek gaan naar de tempel om dat ook eens te zien. Daar gaven de leerlingen me verschillende kruiden om te proeven die ze onderweg geplukt hadden. Ik kreeg ook verse aloë vera om op mijn gezicht te smeren. De leerlingen leerden me hoe je een tempel moet binnengaan en wanneer ik vertrok zat mijn haar helemaal vol bloemen. Ik keerde op tijd terug voor mijn les aan class 3, maar het uur erna kwam er een spreker. Ik mocht de lezing meevolgen (die overigens helemaal in het Nepalees was, maar dat vond niemand een probleem) en spontaan werden voor alle klassen 2 lesuren geschrapt. Je zou dan tenminste denken dat de lezing over onderwijs zou gaan, maar het verband was nogal ver te zoeken. Ik kwam onder andere te weten dat héél snel klappen gedurende een korte periode lage rug- en nekpijn verlicht, dat mijn handtekening betekent dat ik ambitieus ben, maar ook wel streng en een beetje arrogant (omdat ik meerdere lijnen onder mijn handtekening heb, één lijn is beter...) Dan moesten we ook nog 5 dieren opschrijven en de cijfers één tot vijf geven volgens graad van belangrijkheid en kwamen we de betekenis van de dieren te weten (vb. pig = money). Héél interessant en ik heb véél gelachen, maar een pedagogische studiedag zou er bij ons toch anders uitzien.
- Op parents day voerden Onah, Laura en mezelf een Nepalees dansje op dat met veel gejuich werd onthaald door de leerlingen en leerkrachten. Bij gebrek aan een man in ons gezelschap, moest ik deze rol maar invullen... (Ook wel omdat ik de grootste ben.) Stressvol, maar héél leuk moment! (Je moet ook weten dat we het op 4 dagen geleerd hebben, en bijgevolg véél hebben moeten oefenen.) Het filmpje zal ik hier uploaden. (De kwaliteit laat wel wat wensen over, maar zo krijg je toch een beeld...)
Tot schrijfs!
Leven en lesgeven in Burjungkhola.
Na 12 dagen Nepal wordt alles wat hier in het begin zo chaotisch en onlogisch leek, soms logisch. Ik begin onder andere het verkeer hier te begrijpen. Je toetert gewoon steeds om te zeggen dat je eraan komt en dan wijkt iedereen uit in de mate van het mogelijke en anders rem je eventjes.
Kathmandu was dus voorbij, ik nam afscheid van Sien, Olivier en Zoë en vertrok met Silke en Rani (de studenten pedagogie van het jonge kind) richting Pokhara. Na een 8 uur durende busrit verwelkomden Onah en Laura (de studenten kleuteronderwijs met wie ik de komende maanden zal doorbrengen) ons in Pokhara. We gingen gezellig westers eten. (Pokhara is echt toeristisch, dus je kan hier echt alles bestellen zoals je dat in België doet én dat is in het weekend wel welkom na ongeveer 3x rijst per dag.) Na een korte nacht in Pokhara gingen we mijn permit halen aangezien onze stageschool in net in trekkinggebied ligt. We namen de bus richting Burjungkhola en nu begon het eigenlijk pas echt! Een bus nemen hier is elke keer een avontuur op zich. (Wij doen dat 2x per week. De hobbelige busrit van Pokhara naar Burjungkhola duurt een dik uur, maar dat varieert gemakkelijk naar een uur en een half, twee uur of langer. Laura en Onah vertelden me tijdens de eerste rit: ‘Pas op, nu begint de bumpy road pas...’ Een ‘bumpy road’ is zacht uitgedrukt, op bepaalde stukken word je echt zo hard door elkaar geschud dat je moet zorgen dat je rugzak met laptop op je schoot ligt, of je weet niet echt of deze er levend uitkomt. Ik leerde hier ondertussen ook al dat bussen hier nooit, maar dan ook nooit te vol zitten. Wanneer alle plaatsen bezet zijn, dan wordt het drummen in het gangpad, zijn er dan nog meer passagiers, dan klim je op de bus of hang je er langs de zijkant aan. Grappige taferelen soms!
Na de busrit dropten we vlug ons gerief bij het gastgezin en wandelden we naar de school. Daar werd ik verwelkomd door Santosh, de directeur van de Schree Macchapuchre Higher Secondary School, met een sjaal en een teeka. (Dat is zo’n rode stip op je hoofd. Ondertussen heb ik er al ettelijke gekregen en dragen we dat ook standaard om les te geven eigenlijk.) Ik kreeg mijn lessenpakket en mijn opdrachten: Ik geef Frans aan class 3, 4, 5, 6A en 6B en Engels aan class 3. Daarnaast mag ik ook een Frans examen afnemen en een prijs uitreiken aan de beste leerling. (Zalig project!) De eerste dag probeerde ik dus wat te observeren, maar de lessen die ik zag verliepen héél chaotisch en de moed zonk me een beetje in de schoenen. (Hoe zou ik hier ooit lesgeven aan klassen van gemiddeld 50, maar soms ook 70 leerlingen?!) Dit verbeterde gelukkig wel snel als ik in de loop van de week lessen observeerde van fantastische (vrouwelijke) leerkrachten die de klas helemaal in de hand hadden, interactief probeerden te werken en héél goed omgingen met de leerlingen. Ik kreeg er zin in om hier les te geven door de zeer sociale en open leerkrachten. (Je moet nooit aarzelen om hun hulp te vragen!) De leerlingen zijn ook héél enthousiast en nieuwsgierig naar hun blanke leerkrachten. Het is moeilijk om je hier eventjes te vervelen!
Omdat ik echt nog uren kan doorgaan met vertellen over de school som ik hier even de highlights en fun facts van de voorbije weken op.
Nog even kort het leven in het gastgezin (want dat begint hier al een lange epistel te worden... en ik zou nog even kunnen doorgaan).
Ons gastgezin is echt leuk! Onze gastmama is ook een leerkracht (English grammar) op de school en we wandelen met haar dagelijks van en naar school met uitzicht op de fantastische bergtop van de Macchapuchre. Onze gastpapa is een scenarist van Nepalese films en we hebben ook nog een broer en zus. Het leven is hier helemaal niet zo primitief als we aanvankelijk dachten. We krijgen steeds royale porties rijst, een vieruurtje met thee, er is stromend water, het is een groot huis met een televisie. Het enige nadeel: Er is geen stromend warm water, maar eigenlijk kan je ook wel zonder! Er wordt hier echt héél goed voor ons gezorgd en de eerste week hadden we bijna elke avond een evenement. Als ‘gorra’ (blanke) wordt je hier overal uitgenodigd. Zo beleefden we al een doopfeest van een meisje, een feest van een vrouw die een maand gevast had om haar man een gezond en lang leven te wensen, een nahuwelijksfeest, de farewell van de 10th grade ... Daarnaast worden we ook regelmatig op de thee gevraagd, die is meestal vergezeld van verschillende hapjes. Vermageren zal ik hier hoogstwaarschijnlijk niet doen!
Tot schrijfs!
Kathmandu was dus voorbij, ik nam afscheid van Sien, Olivier en Zoë en vertrok met Silke en Rani (de studenten pedagogie van het jonge kind) richting Pokhara. Na een 8 uur durende busrit verwelkomden Onah en Laura (de studenten kleuteronderwijs met wie ik de komende maanden zal doorbrengen) ons in Pokhara. We gingen gezellig westers eten. (Pokhara is echt toeristisch, dus je kan hier echt alles bestellen zoals je dat in België doet én dat is in het weekend wel welkom na ongeveer 3x rijst per dag.) Na een korte nacht in Pokhara gingen we mijn permit halen aangezien onze stageschool in net in trekkinggebied ligt. We namen de bus richting Burjungkhola en nu begon het eigenlijk pas echt! Een bus nemen hier is elke keer een avontuur op zich. (Wij doen dat 2x per week. De hobbelige busrit van Pokhara naar Burjungkhola duurt een dik uur, maar dat varieert gemakkelijk naar een uur en een half, twee uur of langer. Laura en Onah vertelden me tijdens de eerste rit: ‘Pas op, nu begint de bumpy road pas...’ Een ‘bumpy road’ is zacht uitgedrukt, op bepaalde stukken word je echt zo hard door elkaar geschud dat je moet zorgen dat je rugzak met laptop op je schoot ligt, of je weet niet echt of deze er levend uitkomt. Ik leerde hier ondertussen ook al dat bussen hier nooit, maar dan ook nooit te vol zitten. Wanneer alle plaatsen bezet zijn, dan wordt het drummen in het gangpad, zijn er dan nog meer passagiers, dan klim je op de bus of hang je er langs de zijkant aan. Grappige taferelen soms!
Na de busrit dropten we vlug ons gerief bij het gastgezin en wandelden we naar de school. Daar werd ik verwelkomd door Santosh, de directeur van de Schree Macchapuchre Higher Secondary School, met een sjaal en een teeka. (Dat is zo’n rode stip op je hoofd. Ondertussen heb ik er al ettelijke gekregen en dragen we dat ook standaard om les te geven eigenlijk.) Ik kreeg mijn lessenpakket en mijn opdrachten: Ik geef Frans aan class 3, 4, 5, 6A en 6B en Engels aan class 3. Daarnaast mag ik ook een Frans examen afnemen en een prijs uitreiken aan de beste leerling. (Zalig project!) De eerste dag probeerde ik dus wat te observeren, maar de lessen die ik zag verliepen héél chaotisch en de moed zonk me een beetje in de schoenen. (Hoe zou ik hier ooit lesgeven aan klassen van gemiddeld 50, maar soms ook 70 leerlingen?!) Dit verbeterde gelukkig wel snel als ik in de loop van de week lessen observeerde van fantastische (vrouwelijke) leerkrachten die de klas helemaal in de hand hadden, interactief probeerden te werken en héél goed omgingen met de leerlingen. Ik kreeg er zin in om hier les te geven door de zeer sociale en open leerkrachten. (Je moet nooit aarzelen om hun hulp te vragen!) De leerlingen zijn ook héél enthousiast en nieuwsgierig naar hun blanke leerkrachten. Het is moeilijk om je hier eventjes te vervelen!
Omdat ik echt nog uren kan doorgaan met vertellen over de school som ik hier even de highlights en fun facts van de voorbije weken op.
- Aangezien de school het systeem hanteert van een middelbare school en elke leerkracht hier zijn eigen ‘subject’ heeft, heb je geen eigen klas en dus regelmatig een uurtje vrij. (Ik ben “the French teacher”.) (In die uurtjes die we vrij hebben spelen de leerkrachten samen scrabble om hun kennis van het Engels uit te breiden, zalig om dit op het tweede verdiep in het zonnetje te doen.)
- Wanneer ik op het tweede verdiep naar de speelplaats stond te kijken, zag ik plotseling eens een koe passeren over de speelplaats. Deze werd opgejaagd door drie honden en liet enkele mooie koeienvlaaien achter op de speelplaats. (Stel je voor dat dit in België gebeurt! Iedereen helemaal geshockeerd!)
- Samen met Onah en Laura organiseerden we een picture day. Onah met haar spiegelreflex was de fotograaf van dienst en Laura en mezelf ondersteunden. Grappig om te zien dat hiervoor spontaan lessen geschrapt worden en dat de hele school gereorganiseerd wordt om een schoolfoto te trekken. (Wel echt een geslaagd project, want de leerlingen kunnen ook hun klasfoto kopen voor 15 roepies. Da’s ongeveer gelijk aan 0,15 euro.)
- Wanneer er een leerkracht afwezig is, dan kan je steeds de les overnemen zonder enige voorbereiding. Zo wilde ik gaan observeren in class 4 en vroeg ik aan de leerkracht die voorbij wandelde of ik zijn les mocht observeren. Waarop hij heel droog antwoordde: ‘Oh, this isn’t my class, the teacher is absent, but you can take this class.’ Helemaal overdonderd antwoordde ik: ‘Ok, it’s fine.’ (Dan moest ik maar galgje spelen met Engelse woorden omdat de leerlingen zelf niet goed wisten welk vak ze op dat moment hadden en het nogal moeilijk is een les uit je mouw te schudden als je het niveau van de leerlingen totaal niet kent.)
- Mijn lessen Frans verlopen relatief vlot. (De ene class is al wat braver dan de andere...) Er is zelf een leerkracht die alle Franse lessen van class 5 meevolgt. Super zalig dat er ook interesse is van de leerkrachten. Daarnaast word ik op de speelplaats tegenwoordig overal aangesproken met ‘Bonjour!’, ‘Bon matin!’...
Nog even kort het leven in het gastgezin (want dat begint hier al een lange epistel te worden... en ik zou nog even kunnen doorgaan).
Ons gastgezin is echt leuk! Onze gastmama is ook een leerkracht (English grammar) op de school en we wandelen met haar dagelijks van en naar school met uitzicht op de fantastische bergtop van de Macchapuchre. Onze gastpapa is een scenarist van Nepalese films en we hebben ook nog een broer en zus. Het leven is hier helemaal niet zo primitief als we aanvankelijk dachten. We krijgen steeds royale porties rijst, een vieruurtje met thee, er is stromend water, het is een groot huis met een televisie. Het enige nadeel: Er is geen stromend warm water, maar eigenlijk kan je ook wel zonder! Er wordt hier echt héél goed voor ons gezorgd en de eerste week hadden we bijna elke avond een evenement. Als ‘gorra’ (blanke) wordt je hier overal uitgenodigd. Zo beleefden we al een doopfeest van een meisje, een feest van een vrouw die een maand gevast had om haar man een gezond en lang leven te wensen, een nahuwelijksfeest, de farewell van de 10th grade ... Daarnaast worden we ook regelmatig op de thee gevraagd, die is meestal vergezeld van verschillende hapjes. Vermageren zal ik hier hoogstwaarschijnlijk niet doen!
Tot schrijfs!
Mijn eerste 2 dagen in Kathmandu!
Na van een ongelofelijk zalige vlucht te stappen, leve extra beenruimte (Veel dank aan Sien en haar connecties!), kwamen we aan in Kathmandu. Nu was het écht begonnen! Nadat de OSO’ers (= de studenten secundair onderwijs) allemaal hun bagage hadden, kwam mijn trekrugzak maar niet aan! Help, dacht ik bij mezelf, maar hier in Nepal heb je soms een beetje geduld nodig en uiteindelijk was hij daar toch... (Dit nadat ik al ongeveer alle rode trekrugzakken van de band gehaald had!) We namen een taxi naar onze hostel en ik moet toch zeggen dat het verkeer hier nogal anders is. Ze rijden ten eerste al links en ik weet niet goed of er wel verkeersregels zijn... Steeds een hele belevenis als je hier op straat loopt of rijdt! Tijdens de rit waande ik mezelf echt in een andere wereld, alles is hier kleurrijk, overal hangen er banners (soms zoveel dat je een gebouw niet meer herkent), elektriciteitskabels zijn echt een hilarisch tafereel, overal zijn er kraampjes, winkeltjes, mensen... Het is moeilijk te beschrijven als je er niet bent.
Aangekomen in de hostel verwelkomde Babu ons met een lekkere thee en een gezellige babbel, toen we zeiden dat we studenten van Lut waren, kon het helemaal niet meer op! Echt een hele vriendelijke man die goed op ons let! (Zelf wanneer we verdwalen, mogen we hem bellen en dan komt hij ons halen! Verdwalen is niet zo moeilijk in Kathmandu, maar later meer hierover.) We verfristen ons eventjes en trokken naar een van de vele Durbar Squares. Ik nam het kaartlezen op mij (surprise surprise), omdat ik dacht dat ik dat redelijk goed kon. Na ongeveer al drie keer gedacht te hebben op Durbar Square aangekomen te zijn, volgde er precies steeds een groter plein! Het was ook ongelofelijk druk tijdens de wandeling. Je hoorde niks anders dan claxonnerende auto’s, brommers, riksja’s, fietsen... Wat een chaos, hier moesten we toch even aan wennen. Na toch ongeveer 3 keer bijna omvergereden te worden, besloten we dat het nu echt tijd was om een hapje te eten. We waren op dat moment al een beetje verdwaald en vonden echt een fantastisch lokaal restaurantje met héél vriendelijk mensen die amper Engels konden, dus eten bestellen was op zich al een avontuur. In het restaurant was letterlijk alles mini en schots en scheef! Olivier, de enige jongen in ons gezelschap kon niet rechtstaan en ik moest me ook geregeld bukken. De muren stonden scheef, de plinten die aan de muren hingen waren precies helemaal krom geproduceerd en de kaders... vaak zie ik dat niet, maar mijn mama zou ze zéker recht gehangen hebben. Maar wel héél lekker spicy eten! Tijdens het afrekenen deed de man zovéél moeite om de weg uit te leggen, maar door het gebrekkige Engels wisten we eigenlijk nog steeds niet waar we waren. Dan maar op goed geluk naar huis. We wisten de richting ongeveer en uiteindelijk raakten we in Andes House, onze hostel.
Op dag twee stonden we vroeg op en hingen de toerist uit. We bezochten Durbar Square Kathmandu. Hier zie je echt nog véél schade van de aardbeving. Overal gebouwen gestut met houten balken, bakstenen, puin en stellingen die je kan vergelijken met sjorwerken zoals op de scouts, maar dan in plaats van met balken met bamboestokken. Ziet er echt héél gammel uit en er zijn héél veel gebouwen omringd door zo’n stelling. We gingen naar een lijkverbranding langs de heilige rivier, de Bagmati. Heel vreemd om zoiets mee te maken. Het is een beetje dubbel: Langs de ene kant is het echt mooi om te zien, maar langs de andere kant sta je foto’s te nemen van iemand zijn begrafenis, waar de familie het verdriet zo duidelijk uit... En dan zijn er zo van die toeristen die op twee meter ervan héél het gebeuren staan te filmen... zo respectloos en arrogant! In de Monkey Temple aten we op een dakterras en kwam mijn allereerste kennismaking met een aap van dichtbij! Een stomme Duitse toeriste lokte de apen met haar snoepjes, we waren dus omringd. Toen kwamen de apen achter mezelf en Sien zitten. Sien stond recht omdat ze zich niet veilig voelde en ik dacht: “Ik ben niet bang en blijf zitten...” Tot ik de hand van de aap op mijn rug voelde om mijn sjaal te pakken! Ik sprong bijna over de tafel! Olivier filmde het hele tafereel toevallig, dus het filmpje volgt nog. Na enkele minuten een verdieping lager te staan om te kalmeren, waagde ik me opnieuw naar boven. De eigenaars hadden de apen weggejaagd en we kregen een katapult (zonder munitie) om tijdens het eten de apen weg te jagen. Je moest dus gewoon doen alsof je ging schieten! Het eten was wel héél lekker! Mmmm momo’s, iets wat ik zeker nog ga bestellen!
’s Avonds waren Silke en Rani gearriveerd, gingen we voor een lekkere rijstmaaltijd en dan op tijd naar bed!
Tot schrijfs!
Aangekomen in de hostel verwelkomde Babu ons met een lekkere thee en een gezellige babbel, toen we zeiden dat we studenten van Lut waren, kon het helemaal niet meer op! Echt een hele vriendelijke man die goed op ons let! (Zelf wanneer we verdwalen, mogen we hem bellen en dan komt hij ons halen! Verdwalen is niet zo moeilijk in Kathmandu, maar later meer hierover.) We verfristen ons eventjes en trokken naar een van de vele Durbar Squares. Ik nam het kaartlezen op mij (surprise surprise), omdat ik dacht dat ik dat redelijk goed kon. Na ongeveer al drie keer gedacht te hebben op Durbar Square aangekomen te zijn, volgde er precies steeds een groter plein! Het was ook ongelofelijk druk tijdens de wandeling. Je hoorde niks anders dan claxonnerende auto’s, brommers, riksja’s, fietsen... Wat een chaos, hier moesten we toch even aan wennen. Na toch ongeveer 3 keer bijna omvergereden te worden, besloten we dat het nu echt tijd was om een hapje te eten. We waren op dat moment al een beetje verdwaald en vonden echt een fantastisch lokaal restaurantje met héél vriendelijk mensen die amper Engels konden, dus eten bestellen was op zich al een avontuur. In het restaurant was letterlijk alles mini en schots en scheef! Olivier, de enige jongen in ons gezelschap kon niet rechtstaan en ik moest me ook geregeld bukken. De muren stonden scheef, de plinten die aan de muren hingen waren precies helemaal krom geproduceerd en de kaders... vaak zie ik dat niet, maar mijn mama zou ze zéker recht gehangen hebben. Maar wel héél lekker spicy eten! Tijdens het afrekenen deed de man zovéél moeite om de weg uit te leggen, maar door het gebrekkige Engels wisten we eigenlijk nog steeds niet waar we waren. Dan maar op goed geluk naar huis. We wisten de richting ongeveer en uiteindelijk raakten we in Andes House, onze hostel.
Op dag twee stonden we vroeg op en hingen de toerist uit. We bezochten Durbar Square Kathmandu. Hier zie je echt nog véél schade van de aardbeving. Overal gebouwen gestut met houten balken, bakstenen, puin en stellingen die je kan vergelijken met sjorwerken zoals op de scouts, maar dan in plaats van met balken met bamboestokken. Ziet er echt héél gammel uit en er zijn héél veel gebouwen omringd door zo’n stelling. We gingen naar een lijkverbranding langs de heilige rivier, de Bagmati. Heel vreemd om zoiets mee te maken. Het is een beetje dubbel: Langs de ene kant is het echt mooi om te zien, maar langs de andere kant sta je foto’s te nemen van iemand zijn begrafenis, waar de familie het verdriet zo duidelijk uit... En dan zijn er zo van die toeristen die op twee meter ervan héél het gebeuren staan te filmen... zo respectloos en arrogant! In de Monkey Temple aten we op een dakterras en kwam mijn allereerste kennismaking met een aap van dichtbij! Een stomme Duitse toeriste lokte de apen met haar snoepjes, we waren dus omringd. Toen kwamen de apen achter mezelf en Sien zitten. Sien stond recht omdat ze zich niet veilig voelde en ik dacht: “Ik ben niet bang en blijf zitten...” Tot ik de hand van de aap op mijn rug voelde om mijn sjaal te pakken! Ik sprong bijna over de tafel! Olivier filmde het hele tafereel toevallig, dus het filmpje volgt nog. Na enkele minuten een verdieping lager te staan om te kalmeren, waagde ik me opnieuw naar boven. De eigenaars hadden de apen weggejaagd en we kregen een katapult (zonder munitie) om tijdens het eten de apen weg te jagen. Je moest dus gewoon doen alsof je ging schieten! Het eten was wel héél lekker! Mmmm momo’s, iets wat ik zeker nog ga bestellen!
’s Avonds waren Silke en Rani gearriveerd, gingen we voor een lekkere rijstmaaltijd en dan op tijd naar bed!
Tot schrijfs!
Het is bijna zover!
Binnen 17 dagen vertrek ik voor drie maanden naar Nepal. In september was het nog een ver-van-mijn-bed-show, maar nu begint het akelig dichtbij te komen. Ik heb er ongelofelijk veel zin in, maar er komt ook een gezonde dosis stress bij kijken.
Mijn komende weken bestaan vooral uit het volgen van lessen, maken van lesvoorbereidingen, de laatste inkopen doen en afscheid nemen! Gelukkig heb ik ook al veel zaken kunnen afvinken van mijn 'to do'-lijst:
- 'zéér' uitgebreide EHBO
- inentingen
- bagagelijst
- landenstudie ter voorbereiding
- internationaal paspoort
- visum
- didactisch materiaal voor op school
- geld inzamelen met de benefiet en kaartjesverkoop
- ...
Nu vooral nog gaatjes vinden in iedereen zijn planning om afscheid te kunnen nemen, mijn valies maken en vooral... de dagen aftellen.
Tot in Nepal voor mijn volgende blogpost!
Mijn komende weken bestaan vooral uit het volgen van lessen, maken van lesvoorbereidingen, de laatste inkopen doen en afscheid nemen! Gelukkig heb ik ook al veel zaken kunnen afvinken van mijn 'to do'-lijst:
- 'zéér' uitgebreide EHBO
- inentingen
- bagagelijst
- landenstudie ter voorbereiding
- internationaal paspoort
- visum
- didactisch materiaal voor op school
- geld inzamelen met de benefiet en kaartjesverkoop
- ...
Nu vooral nog gaatjes vinden in iedereen zijn planning om afscheid te kunnen nemen, mijn valies maken en vooral... de dagen aftellen.
Tot in Nepal voor mijn volgende blogpost!